Foto: Geheugen van de VU

NIEUWE FACULTEIT MET OUDE PAPIEREN: FACULTEIT DER BÈTAWETENSCHAPPEN

Ab Flipse28 June 2017

Sinds 1 juli gaan de faculteit Aard- en Levenswetenschappen en de faculteit Exacte Wetenschappen samen verder als Faculteit der Bètawetenschappen. Daarmee ontstaat een nieuwe faculteit, die toch een lange geschiedenis heeft. Universiteitshistoricus Ab Flipse neemt je mee van 1930 tot nu.

In oktober 1930 was het dubbel feest aan de Vrije Universiteit. Niet alleen vierde de VU haar vijftigste verjaardag – de VU was in 1880 begonnen met faculteiten voor Theologie, Rechten en Letteren – ook startte er een nieuwe faculteit: de Faculteit der Wis- en Natuurkunde (W&N). Die begon klein: er hadden zich negen studenten aangemeld, maar er waren nog geen collegezalen, practicumruimtes of laboratoria. Drie hoogleraren moesten deze bètafaculteit vanaf de grond opbouwen: Jan Coops voor scheikunde, Gerard Sizoo voor natuurkunde en Jurjen Koksma voor wiskunde. Met beperkte middelen begonnen zij met het onderzoek en ook gaven zij in de beginperiode alle colleges zelf.

Betaald uit VU-busjes

Ab Flipse

De VU, destijds een universiteit van orthodox-protestantse signatuur, kreeg nog geen overheidssubsidie en werd volledig bekostigd door haar achterban. Die bestond voornamelijk uit gereformeerde ‘kleine luyden’, die het geld voor de nieuwe faculteit bij elkaar spaarden in het bekende busje met daarop een afbeelding van de stichter van de VU, Abraham Kuyper. [Op de foto: de collectie VU-busjes die bewegingswetenschapper Brenda van Keeken verzamelt via Marktplaats.]

Ondanks de crisistijd zou de faculteit in de loop van de jaren dertig flink groeien. In de eerste jaren werden de colleges gegeven op verschillende locaties verspreid over de stad, maar in 1933 werd een prachtig nieuw laboratorium in gebruik genomen aan de De Lairessestraat in Amsterdam Zuid.

Het lab werd te klein

Ab Flipse 2

Na de Tweede Wereldoorlog zou de faculteit een snelle groei doormaken. Er werden nieuwe afdelingen en subfaculteiten opgericht: Biologie in 1950 (met als belangrijkste grondleggers L. Algera voor plantkunde en J. Lever voor dierkunde) en Geologie in 1960 (met A.J. Wigger en J.R. van de Fliert). Onderwijs en onderzoek waaierden steeds breder uit, het aantal studenten nam snel toe, er kwamen meer docenten en er werd nieuwe apparatuur aangeschaft. Het laboratorium aan de De Lairessestraat werd begin jaren zestig te klein en in 1965 verhuisden de wis- en natuurkundigen, de biologen en de geologen naar het nieuwe laboratoriumgebouw in Buitenveldert: het huidige W&N-gebouw. In 1975 volgden ook de scheikundigen.

In de jaren tachtig werden alle subfaculteiten zelfstandig, maar in 1998 werden de faculteiten scheikunde, natuur- & sterrenkunde en wiskunde & informatica geclusterd tot FEW. De biologen en geologen gingen niet lang daarna samen verder als FALW. Anno 2017 gaan FEW en FALW samen als Faculteit der Bètawetenschappen. Daarmee zijn de oorspronkelijke afdelingen van de faculteit uit 1930, plus de latere uitbreidingen van de faculteit, weer samengebracht. Een nieuwe faculteit is geboren, maar met oude papieren.

Ab Flipse is universiteitshistoricus van de VU. Hij publiceerde onder meer een boek over de geschiedenis van de Natuurkunde aan de VU. Momenteel werkt hij aan een biografie over de grondlegger van de afdeling Biologie: Jan Lever (1922-2010). Meer informatie over de geschiedenis van de VU: www.geheugenvandevu.nl

Jo van den Brand

Lees elders in VU Magazine over een recente grote ontdekking die uit de bètafaculteit voortkwam: het meten zwaartekrachtgolven door Jo van den Brand. Grote impuls voor de kennis over het heelal.

De gezamenlijke website van de faculteit Bètawetenschappen is begin juli gelanceerd.