Foto: Stephan Tellier

‘IK HAALDE HET NIET IN M’N HOOFD OM TRAINER TE WORDEN’

Renske Vermeijden28 September 2015

Hij ziet zijn werk als één groot experiment. Genietend van het werken met jonge mensen is hij voortdurend bezig met wetenschap. Niet meer dan logisch dat Jac Orie zijn werk in de topsport nu combineert met onderzoek aan de VU. ‘Dat geeft verdieping aan mijn werk, wat me een betere coach maakt.’

Je hebt ongeveer net zo lang zelf geschaatst als dat je coacht. Wat vind je terugkijkend zelf het leukste? ‘Ik haalde het vroeger niet in m’n hoofd om trainer te worden. Ik verafschuwde het. Toch ben ik er ingerold en nu vind ik het hartstikke leuk. Alles rondom bewegen vind ik leuk. Ik zie het vooral als een groot experiment. Ik ben veel bezig met jonge mensen en daarbij is winnen ontzettend leuk! Het wegzetten van prestaties en dat vervolgens onderbouwen met toetsbare methodes, daar doe ik het voor.’

Hoe ziet jouw werkdag eruit? ‘Ik ben vooral bezig met het uitzoeken van dingen; van trainingsprogramma’s maken tot artikelen lezen, fysiologische testen doen, overleggen met het team en contacten met sponsoren onderhouden. Daarnaast kijk je waar je winst kunt behalen en bepaal je een doel met je team. Je bouwt echt samen op naar een nieuw seizoen.’

‘Ik ben vooral bezig met het uitzoeken van dingen’

Waarom ben jij zo goed in je werk? Ik heb veel trainers gezien die op een hele andere manier goede resultaten haalden, maar voor mij gaat het echt om het hebben van een visie. Als je in staat bent een visie te vormen, kun je mensen tot een betere prestatie brengen. Houd je focus en probeer deze te blijven ontwikkelen. Daarnaast is authenticiteit heel belangrijk. Dit geeft diepgang aan de onderlinge relatie en zo bouw je ook een persoonlijke band met elkaar op.’

Ik heb gehoord dat je de topsport niet binnenkomt als je niet de juiste mensen kent. Is dat zo? ‘Ik ben zelf niet zo van het netwerken, maar het is wel belangrijk om de juiste mensen tegen te komen. Wat mij betreft is het nog belangrijker om een visie te hebben waar je volledig achter staat. Waarom wil je de top bereiken? Als je authentiek blijft kom je naar mijn idee vanzelf bovendrijven. Je hebt wel een pre als je een opleiding achter je hebt staan, zoals bij mij het geval was. Maar een papiertje alleen is zeker niet genoeg. Maar zolang je verhaal klopt en je daar zelf voor 100% achter staat onderscheidt je, je zeker van anderen. Dit is je propositie, zoals ik het altijd noem. En tenslotte is het een kwestie van doorzetten, opgeven is er niet bij.’

Wat vind je het vervelendst aan je werk? ‘Het vervelendst vind ik verliezen! Daar heb ik echt een ontzettende hekel aan. Daarnaast heb ik heel veel ideeën, maar die kan ik door tijdgebrek niet altijd uitvoeren. Dit is helaas de schaduwzijde van de commerciële sportwereld. Er heerst een korte-termijn-gedachte. Daar moet ik rekening mee houden als ik de plannen voor het nieuwe seizoen maak. Ik zou wel eens wat dieper in willen gaan op de inhoud om dat vervolgens door te voeren in mijn trainingen.

‘Verlies helpt om je te blijven ontwikkelen’

Hoe deal jij met tegenslag? ‘Ik zie het als een uitdaging. Af en toe heb je zelfs tegenslag nodig. Het motiveert me namelijk ontzettend. Winst en verlies hebben een bepaalde synergie. Als iets goed gaat verandert er niets. Maar zodra je verliest groei je naar een andere methodiek. Dus verlies helpt om je te blijven ontwikkelen.’

Heb je veel aan je studie? ‘Ik gebruik het echt elke dag. Of het nou een wiskundig model is of de manier waarop ik iets interpreteer of een wetenschappelijk artikel lees. Je hebt toch net wat extra bagage meegekregen waardoor je een eigen draai kunt geven aan dingen. Zo gebruik ik bijvoorbeeld veel fysiologie en coördinatiedynamica bij mijn trainingen.’

De invloed van wetenschap op topsport is groot. Eerst had je de revolutionaire klapschaats, nu worden er embedded scientists ingeschakeld om milliseconden te winnen. Is dat nog leuk? ‘Ja, het zorgt ervoor dat we niet stil blijven staan. Ik volg vooral m’n eigen weg, maar ik lees wel heel veel en ben op de hoogte van wat er speelt. Als ik een artikel lees dat ik interessant vind, ga ik langs of bel ik degene die het geschreven heeft. Het blijft leuk om bij te leren. Zo was ik eens bij de universiteit van Calgary waar ik uren heb gepraat met een hoogleraar over de ontwikkelingen binnen de schaatswereld.

Je werkt nu ook aan een proefschrift bij de VU over de ontwikkelingen in de schaatswereld. Waarom? ‘Ik ben ermee begonnen omdat ik de afgelopen 14 jaar alles heb bijgehouden. Iemand zei, daar moet je wat mee doen. En zo is het eigenlijk gekomen. Het zijn mooie statistieken en tijdens het schrijven kom ik van alles tegen. Ik leer er ontzettend veel van. Het geeft verdieping aan mijn werk, wat me een betere coach maakt. Mijn onderzoek ondersteunt de doelstellingen voor het team. Daarnaast deel ik graag mijn kennis, al geef ik natuurlijk niet alles prijs. Maar zonder kennisdeling blijven we stilstaan. En in de sport draait het toch om beweging.’