Foto:

HARRY KUITERT LEGDE DYNAMIET BIJ DE GEREFORMEERDE ZUIL

JACOB BOUWMAN24 November 2016

Een van de belangrijkste én meest omstreden gereformeerde theologen van Nederland is Harry Kuitert (92). Hij bracht de gereformeerde zuil aan het wankelen met zijn opvatting dat God niet ons heeft geschapen, maar wij God. Nu verschijnt een dikke biografie over hem: Spreken van boven.

Mensen die het werk van VU-theoloog Harry Kuitert kennen, vullen de titel van zijn biografie onmiddellijk aan: spreken over boven komt van beneden. Biograaf Gert Peelen zegt het aan het einde van het boek als volgt: ‘Want God is van verbeelding. Net als kunst. Een troostrijke gedachte. Verbeelding is immers het kostbaarste geschenk dat Hij ons op onze reis heeft meegegeven.’ Het was een revolutionair standpunt voor iemand die van 1962 tot 1989 hoogleraar was aan de faculteit Godgeleerdheid van de VU.

Religie ontstaat in de relaties tussen mensen en is niet gebaseerd op openbaringen door het opperwezen

Nu vinden veel mensen het idee vanzelfsprekend dat religie aan het menselijk brein is ontsproten. Dat was het allerminst toen Kuitert in 1950 afstudeerde en dominee werd in het Zeeuwse Scharendijke. Het was de tijd dat het gereformeerde leven veranderd is van een revolutionaire religieuze beweging in een zuil waarin vastligt of je mag dobbelen en kaartspelen. Voordat Kuitert de pastorie kon betrekken, moest zijn Zweedse vriendin Inga Westling eerst gereformeerd worden. De ouderling in functie reageert zuinig op haar beperkte leerstellige kennis: “Tja. Veel is het niet, maar we moeten het er maar mee doen.” Op 31 mei 1950 trouwen ze en verhuizen naar Zeeland.

Kuitert komt uit een Fries domineesgezin en lijkt het leven van zijn ouders te kopiëren, maar dat vraagt toch een veel dogmatischer overtuiging dan Kuitert kon bieden. Opnieuw maakt de biograaf een ouderling onsterfelijk door zijn uitspraak te noteren – een uitspraak nota bene in het bijzijn van Kuitert: “We hebben een kat in de zak gekocht.” De dominee dondert noch in de preekinhoud noch in stemverheffing over de gemeente heen, wat wel de bedoeling was.

Watersnoodramp: een keerpunt

De watersnoodramp van 1953 verandert veel. Scharendijke blijft het ergste bespaard. Kuitert zet zich onvermoeibaar in voor de overlevenden en maakt zich onmisbaar voor de tot dan toe in hun waardering voor hem zuinige Zeeuwen. Kuiterts levensgevoel wordt sterk door de watersnoodramp beïnvloed. Zijn motto vanaf dat moment: maak er wat van, want het kan zomaar voorbij zijn. Hij start gezamenlijke kerkdiensten voor de overlevende hervormden en gereformeerden en gaat niet veel later aan het werk als studentenpredikant in Amsterdam.

Alle dynamiet waarmee hij het gereformeerde denken zal aanvallen is al in zijn proefschrift aanwezig

Kuitert promoveert in 1962 aan de VU bij hoogleraar dogmatiek Gerrit Berkhouwer. Hij stelt dan al de vraag waarom mensen zich de God van joden en christenen altijd in menselijke gedaante voorstellen. Alle dynamiet waarmee hij het gereformeerde denken zal aanvallen is al in dit proefschrift aanwezig.

Kuitert zaait twijfel

In de periode van 1970 tot 1990 morrelt Kuitert niet alleen aan de gereformeerde leer, maar tegelijkertijd aan de levenswijze van gereformeerden. Die was onder aanvoering van Abraham Kuyper met verbeeldingskracht ingericht. Gereformeerd Nederland kon zelfbewust meedoen aan het maatschappelijke debat met een eigen politieke partij, een krant en de Vrije Universiteit. Maar een kleine eeuw later zaait Kuitert twijfel en schiet de zuil in een kramp. De zuil heeft wereld- en mensbeeld op een godsbeeld gefundeerd en staat niet toe dat dit godsbeeld zijn onbetwijfelbare status verliest. De boodschapper van de verandering moet het ontgelden.

Aantekeningen in de kantlijn

De biograaf is overcompleet in de eindeloze beschrijvingen van deze kramp van het eigen gelijk. De bezwaarschriften tegen Kuitert op de synodes van Sneek en Dordrecht worden aan de vergetelheid onttrokken maar ook de aantekeningen van Kuitert in de kantlijn van vergaderstukken. Deze krabbels worden zelfs vergeleken met wat er vervolgens in de notulen terecht komt. Ongetwijfeld zijn er historici die dit soort details met rode oortjes lezen, maar ik las het als veel gedoe om niks. Zo besluit Urk Kuitert een telegram te sturen om hem nog één keer te waarschuwen: “Duizend leden van uw gereformeerde kerken thans in landelijke vergadering in Urk bijeen, verzoeken u, als exponent van allerlei nieuwe en aan onze, ook door u ondertekende belijdenis vreemde en afwijkende persoonlijke leringen, deze niet langer te verkondigen ….”

Harry Kuitert

Kuitert wilde graag zijn promotor Berkhouwer opvolgen als hoogleraar dogmatiek, maar dat kon niet door zijn twijfel aan de letterlijke waarheid van het scheppingsverhaal. Het werd een hoogleraarschap in de ethiek. Kuiterts teleurstelling daarover bleek onterecht. Het vak ethiek bood veel ruimte voor vernieuwing. Het was in gereformeerde kring bepertk gebleven tot bijvoorbeeld de vraag of dat eerder genoemde kaarten en dobbelen mogen. Kuitert richt zich daarentegen op vragen van leven en dood. Geïnspireerd door Ethics (1963) van de Amerikaan William Frankena doet hij dit in de Angelsaksische analytische traditie van de ethiekbeoefening. Ethiek is voor hem geen normatieve wetenschap, maar een vorm van moreel beraad, waarin de betrokkenen er samen uitkomen en de autonomie van mondige mensen de doorslag geeft.

Het dynamiet ontploft

Kuitert maakte de ethiek los van de theologie. Zo werd hij een belangrijke gesprekspartner in maatschappelijke discussies over ethiek zoals over abortus, euthanasie en suïcide. ‘We hebben de plicht om door te leven zwaar overdreven’, is zijn stelling. In zijn afscheidscollege in 1989 zegt hij onomwonden dat ethiek en religie geen huis zijn voor de moraal. Ethiek kan een tent spannen waarin moreel beraad kan plaatsvinden over de vraag wat in welke situatie goed mensen is.

‘We hebben de plicht om door te leven zwaar overdreven’

Het dynamiet van Kuiterts gedachtengoed komt in 1992 tot ontploffing als hij na zijn pensionering begint aan een serie bestsellers die het grote publiek bereiken. Hij werkt zijn stelling uit dat ons godsbeeld geheel door mensen geconstrueerd is. In zijn boeken – van Het algemeen betwijfeld christelijk geloof (1992) tot en met Kerk als constructiefout: De overlevering overleeft het wel (2014) – gaat hij alle fundamenten van religie langs om te laten zien dat religie in de relaties tussen mensen ontstaat en niet gebaseerd is op openbaringen door het opperwezen. Daarmee zijn we terug bij de opvatting dat religie een vorm van gezamenlijke verbeelding is. Wat bij Abraham Kuyper met enorme verbeeldingskracht was begonnen, ontaardde in een vaste waarheid zonder aanpassingsvermogen aan andersdenkenden of nieuwe omstandigheden.

Wat bij Abraham Kuyper met enorme verbeeldingskracht was begonnen, ontaardde in een vaste waarheid

Dat geeft te denken over andere hedendaagse voorbeelden van gezamenlijke verbeeldingskracht, zoals de democratie en Europa maar ook de universiteit. Gelukkig worden deze als menselijke constructies gezien en niet als geopenbaarde onveranderlijke waarheden. Anders zouden ook deze vormen van gezamenlijke verbeelding een Kuitert nodig hebben om ze tot de juiste proporties terug te brengen waarin het goed mensen is.

Harry Kuitert 2
HEB JIJ EEN MOOIE HERINNERING AAN HARRY KUITERT? DEEL HEM HIERONDER!

Spreken over boven. Harry Kuitert, een biografieDoor Gert J. Peelen met medewerking van Petra Pronk, november 2016, 512 pagina’s, € 29,95, VU University Press.

Advalvas interviewde Harry Kuitert ter gelegenheid van het verschijnen van de biografie.