Foto: Justin Heyl

1 studie, 3 banen: criminologie

Eline Doldersum19 March 2019

Inmiddels zijn er meer dan 100.000 VU-alumni. Waar kwamen ze na hun studie terecht? In deze rubriek portretteren we drie alumni die dezelfde opleiding deden. Deze keer alumni van de opleiding criminologie die dit jaar 50 jaar bestaat. 

Paul Meinhardt (30) woont in Amstelveen en is afgestudeerd in 2012
Paul


Droomde jij als klein jongetje al van een carrière als criminoloog?

“Ik wilde dolgraag kok worden, maar deze droom werd vermorzeld toen ik als zeventienjarige compleet werd afgebrand door de chefkok van het restaurant waar ik werkte. Daardoor ben ik direct op zoek gegaan naar iets anders. Strafrecht boeide mij ook altijd. Na verschillende open dagen was ik zó enthousiast over de studie criminologie dat ik mij meteen heb ingeschreven.”

En, voldeed het aan je verwachtingen?

“Absoluut. Het kritisch leren denken vond ik zeer boeiend. Je leert tijdens de studie om vanuit verschillende perspectieven naar een criminaliteitsprobleem te kijken. Hierdoor zie je veel meer dan alleen een dader en een misdrijf. Tegelijkertijd vond ik het ook een pittige studie. Vooral het vele studeren. Ik ben veel meer een doener dan een denker. Dat is ook waarom ik naast mijn studie meteen aan de slag ben gegaan bij een politiebureau. Daar zat ik achter de balie. Stiekem vond ik dat soms nog leuker dan het studeren zelf.”

Wat was jij voor een student?

“Ik was een student die vijftig procent van de tijd in de schoolbanken zat en de andere vijftig procent bezig was met andere dingen. Fantastisch, vond ik het. Ik deed mijn werk op het politiebureau, was actief bij de studievereniging en heb er vrienden gemaakt voor het leven. Dat ik er uiteindelijk twee jaar langer over heb gedaan, nam ik dan ook voor lief. Mijn vrienden uit die tijd zie ik nog steeds. We werken inmiddels allemaal, maar gaan nog steeds ieder jaar op ‘studiereis’.”

Je werkt nu bij het Openbaar Ministerie. Wat doe je daar precies?

“Daar ben ik vooral werkzaam als adviseur. Mijn taak is om de criminaliteit die ik tegenkom te bekijken met criminologisch inzicht. Het gaat niet alleen om het veroordelen van de dader, het gepleegde feit en het halen van de zaak, maar ook om het probleem erachter. Waarom heeft iemand een misdrijf gepleegd? En welke maatregelen kunnen we treffen naast het inzetten van het strafrecht?”

Heb je nog toekomstdromen?

“Ik wil nu vooral veel ervaring opdoen in mijn vakgebied, maar in de toekomst zou ik als criminoloog op politiek gebied ook graag iets willen betekenen. De politiek kan een gigantische stempel drukken op het veiligheidswezen in Nederland. Ik ben ervan overtuigd dat een criminoloog veel kan bijdragen aan hoe we in Nederland kijken naar veiligheid. Ik zie het als een uitdaging om daar – tegen de tijd dat ik veertig plus ben – een steentje aan bij te dragen.”

Noor van Liebergen (68) woont in Amsterdam afgestudeerd in 1979
Noor


Waarom heb je voor deze studie gekozen?

“Ik ben begonnen met een studie rechten aan de Gemeente Universiteit (GU), maar na korte tijd geswitcht naar criminologie aan de VU. Ik vond strafrecht erg interessant en wilde mij meer verdiepen in de motieven achter misdaad. Waarom doen mensen wat ze doen? Maar vooral, hoe komen mensen op het criminele pad? Daarvoor zat ik bij criminologie meer op mijn plek. Al was voor mij de VU wel een enorme omslag. Bij de GU had ik echt een studentenleven: de kroeg was om de hoek. Bij de VU was het allemaal wat serieuzer.”

Maar dat is uiteindelijk wel goed gekomen?

“Absoluut. Ik leerde daar op den duur een groep vrouwen kennen. Het was de tijd van de vrouwenbeweging, de jaren zeventig. We kwamen tijdens een studiereis naar Oslo in contact met de hoogleraar en staff vrouwencriminologie daar. Dat heeft ons geïnspireerd om de Feminist Radicals in Criminology op te richten, oftewel de FRIC. We schreven scripties, deden onderzoek, publiceerden artikelen en we kregen tenslotte zelfs een studentassistentschap vrouwencriminologie.”

Dat klinkt interessant.

“Dat was het ook. Het was een bijzondere fase waarin we samen veel voor elkaar hebben gekregen op de VU, maar ook erbuiten. Het was voor mij absoluut het hoogtepunt van mijn studie. Een hoogtepunt waar ik nog steeds met gepaste trots op terugkijk.”

Waar ben je na je studie terechtgekomen?

“Na mijn studie heb ik lange tijd gewerkt in het Lloyd Hotel, een Justitiële Rijksinrichting voor jongeren. Het gevangeniswezen sloot naadloos aan bij mijn interesse in het gedrag van daders. Waar komt het vandaan en wat moeten wij ermee? Dat is iets waar ik tijdens mijn studie aandacht aan heb besteed en zelfs een rode draad is geworden in mijn carrière. Met name het vak forensische psychiatrie van professor de Smit was een eye-opener. Herman Bianchi had destijds veel aandacht voor de dader. Daar heb ik veel aan gehad, net als de inzichten die wij als FRIC-leden zelf opdeden. Incest bleek bijvoorbeeld een fenomeen dat veel voorkwam in de milieus van de daders in het Lloyd Hotel.”

Je bent nu drie jaar met pensioen. Hoe bevalt dat?

“Na veertig jaar bij Justitie bevalt het heel goed om met pensioen te zijn. Al heb ik nog niet helemaal afscheid genomen. Ik word door de overheid nog geregeld gevraagd om als coach leidinggevenden en medewerkers te begeleiden. Daarnaast studeer ik met veel plezier kunstgeschiedenis aan de HOVO-VU.”

Paul Minnebo (65) woont in Zoetermeer en is afgestudeerd in 1979
Paul


Vertel eens, hoe ben je bij de studie criminologie terechtgekomen?

“Ik ben in eerste instantie gestart met Nederlands recht, maar tijdens die studie kwam ik al vrij snel tot de ontdekking dat mijn belangstelling vooral uitging naar strafrecht. Met name de sociale vakken trokken mij aan in de studie criminologie. Als burger ben je al snel geneigd om bij de verklaring van een misdrijf uitsluitend te kijken naar de dader. Tijdens mijn studie heb ik geleerd om verder te kijken. Waarom pleegt iemand een misdrijf? Is het iemand aan te rekenen? Ligt de verklaring voor het gedrag van de dader in zijn persoonlijke geschiedenis of sociale omgeving? Als criminoloog bekijk je veel meer dan alleen de wet- en regelgeving. De studie heeft mijn kijk op de criminaliteit dan ook aanzienlijk veranderd.”

Hoe kijk je terug op je studententijd?

“Heel positief. Ik vond studeren erg stimulerend. Niet alleen het vergaren van nieuwe kennis en inzichten, maar ook het verwerken daarvan in mijn eindscriptie. Daarnaast was ook de omgang met studenten en docenten aan de VU erg prettig. Ik denk nog regelmatig terug aan Sibo van Ruller. Hij was mijn scriptiebegeleider en heeft mij destijds behoed voor tal van valkuilen. Ik heb in mijn baan nog regelmatig aan zijn adviezen gedacht.”

Je werkt nu als senior criminal intelligence analyst bij Europol. Wat houdt dat precies in?

“Ik houd mij vooral bezig met het schrijven van rapportages over de ontwikkelingen op criminaliteitsgebieden waarin ik mij heb gespecialiseerd. Daarbij heb ik contact met veel verschillende deskundigen in zowel binnen- als buitenland. Europol als organisatie kan worden ingeschakeld als het gaat om onderzoeken naar ernstige en georganiseerde criminaliteit als daar twee of meer EU lidstaten bij betrokken zijn. Dus als er bijvoorbeeld een groot drugsonderzoek wordt gedaan in Nederland, blijven wij buiten beeld. Als meerdere landen daarbij betrokken zijn, dan kan Europol gevraagd worden daarin te assisteren.”

Je gaat over een paar dagen met pensioen. Heb je al een idee wat je gaat doen?

“Schilderen. Ik heb naast mijn baan bij het Ministerie van Justitie, nog een avondopleiding aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten gevolgd. Fantastisch. Schilderen is altijd al een grote hobby geweest, maar dat ga ik nu volledig uitbuiten. Ik schilder stillevens, stadstaferelen maar vooral portretten.”

Als je iedereen zou kunnen portretteren, wie zou je dan willen schilderen?

“Wat een moeilijke vraag. Ik denk Nicole Kidman. Voor haar heb ik altijd een zwak gehad. Het lijkt me fantastisch om die vrouw een keer op het doek vast te leggen.”