Inmiddels zijn er meer dan 100.000 VU-alumni. Waar kwamen ze na hun studie terecht? In deze rubriek portretteren we drie alumni die dezelfde opleiding deden. Deze keer alumni: Law & Politics of International Security (LPIS).
Ruben van de Belt (29) kon na zijn afstuderen in 2017 vrijwel onmiddellijk aan de slag als adviseur bij Twynstra Gudde in Amersfoort. Naast zijn werk is hij actief als raadslid voor de ChristenUnie.
Wat doe je precies bij Twynstra Gudde en sluit dat aan op je master?
“Ik werk nu drie jaar als adviseur in de energiesector waar ik klanten zoals energiebedrijven en overheden adviseer. Het werk is veelzijdig: van samenwerkingsvraagstukken tot investeringen, van governance tot contracten. De rode draad is de verduurzaming van de energiesector. Hoe richten we de sector zodanig in dat de verduurzaming daadwerkelijk tot stand komt en partijen hierin willen investeren?
In de energiesector gaat het veel over de juridische wereld en politiek in de breedste zin. Dat brede perspectief kreeg ik tijdens mijn master mee. Zo hield ik me bezig met de relatie tussen internationale veiligheid en klimaatverandering. Neem bijvoorbeeld het klimaatakkoord van Parijs: dat is bij uitstek een interactie tussen recht en politiek vanuit de energiethematiek.”
Je bent naast je werk ook actief als raadslid. Waarom?
“Ik ben raadslid voor de ChristenUnie in Zwolle geworden omdat ik het belangrijk vind om actief bij te dragen aan wat ik ‘het goede samenleven’ noem. Daarin zit zowel een figuurlijke als een letterlijke betekenis. Hoe leef je samen? En wat is een goed leven? Deze vragen gaan over innerlijke overtuigingen, maar ook over de afspraken die wij maken om goed samen te kunnen leven. Die afspraken maak je met elkaar vanuit het recht, maar ook vanuit de politiek. De lokale politiek is een mooie manier om hier verder gestalte aan te geven.
Daarbij houd ik ervan om verantwoordelijkheid te dragen, voor mijn medemensen en voor de wereld om ons heen. Vanuit die optiek zou ik wel in de Raad van Bestuur van een energiegigant willen zitten; om serieus werk te kunnen maken van verduurzaming en daadwerkelijk impact te hebben.”
Wat wil je uiteindelijk bereiken?
“We zijn allemaal afhankelijk van elkaar en de wereld om ons heen. Het besef van die afhankelijkheid definieert mijn blik op de energietransitie die we moeten doormaken. Als stad zullen we afhankelijk worden van het platteland. Daar is immers de ruimte voor zonne- en windenergie. Of neem de coronacrisis: de economie krijgt klappen, bedrijven worden afhankelijk van overheidssteun, fysiek gezonde mensen die het virus opliepen, werden afhankelijk van de gezondheidszorg. In essentie is iedereen afhankelijk. Als we dat beseffen, kunnen we het goede samenleven definiëren en in de praktijk brengen.”
Nelleke Groen (40) rondde in 2005 haar doctoraal Nederlands Recht af in twee afstudeerrichtingen: Internationaal en Europees Recht en Privaatrecht. Daarna volgde ze in 2006 nog de Europese master Human Rights and Democratization.
Waarom koos je destijds voor een studie Rechten?
“Ik weet niet beter dan dat ik bezig was met rechtvaardigheid en eerlijkheid. Wat betekent eerlijk? Wat voor de een als eerlijk voelt, voelt dat voor de ander misschien niet. Ik ging dan ook rechten studeren met het idee dat ik een beter begrip zou krijgen van eerlijkheid. Ik heb me altijd actief beziggehouden met mensenrechten. Tijdens de Europese master behandelden we thema’s als mensenrechten en democratisering vanuit verschillende invalshoeken. Denk aan geschiedenis en filosofie van de mensenrechten, maar ook het internationale kader. Mensenrechten zijn niet alleen een juridische kwestie, maar ook een heel politieke kestie en de uiteindelijke politieke invulling verschilt heel erg in de verschillende regio’s van de wereld. Hoe kom je dan internationaal op één lijn?”
Wat was voor jou een belangrijk moment tijdens je studie?
“Tijdens de master gingen we naar Kosovo, zo’n twee jaar voor de onafhankelijkheid. Het gebied stond destijds nog onder VN-bestuur en was eigenlijk nog een oorlogsgebied. Het was mijn grootste eyeopener. Het leven gaat door, ook al is er oorlog. Mensen trouwen, er wordt gehandeld, er zijn winkels, vormen van onderwijs. Er is een samenleving. Maar dat zien wij – van een afstand – niet. Dat geldt voor Venezuela, dat een aantal jaar geleden eigenlijk een soort ‘dark state’ was, zonder Bruto Nationaal Product bijvoorbeeld. Maar er was wel degelijk een samenleving, en ook een economie – ook al werd die niet gemeten naar onze ‘objectieve’ maatstaven. Maar dat iets niet gemeten wordt, niet gevangen wordt in cijfers, wil niet zeggen dat het er niet toe doet. Dat geldt voor moeilijk in geld uit te drukken kwesties, maar ook voor thema’s als discriminatie en racisme.”
Kun je je visie kwijt in je werk?
“Absoluut. Ik werk bij Rijkswaterstaat als strategisch adviesjurist op het gebied van data en privacy. Het recht op privacy is een mensenrecht. De data die we verzamelen gaan soms ook over jou. De vraag of daarop een inbreuk mag worden gemaakt en op welke manier wordt steeds belangrijker. Daarnaast ben ik Statenlid namens GroenLinks in de Provinciale Staten van Utrecht. Ook in mijn politieke werk kan ik veel kwijt. Sterker nog: ik vind politiek en besturen een stuk leuker dan ik had verwacht. Een van de mooie dingen van het recht vind ik namelijk ‘de nuance’ en die zie je aan de buitenkant niet altijd terug in de politiek. Maar die is er wel degelijk. Tegelijkertijd houd ik heel erg van strategisch opereren. Die twee aspecten samen zijn enorm uitdagend. Er zouden wat mij betreft meer juristen in het openbaar bestuur mogen zitten. Het feit dat we een rechtsstaat hebben, maakt namelijk dat we kunnen leven zoals we nu doen. Onze rechtsstaat is een groot goed.”
Friso Stevens studeerde in december 2014 af en werkt sinds 2017-2018 aan de VU als docent politicologie.
Waarom ben je LPIS gaan doen?
“Tijdens mijn uitwisseling naar Northwestern in Chicago volgde ik het vak internationaal recht. Daar viel het kwartje: dit is wat ik wil. Met name de politiek achter het recht sprak me aan. Toen ik de master strafrecht had afgerond—ook aan de VU—ben ik begonnen met de LPIS-master. LPIS heeft een unieke interdisciplinaire focus op internationale veiligheid waardoor je vanuit verschillende oogpunten dé veiligheidsvraagstukken van de 21e eeuw kunt benaderen. De studie biedt theoretische en methodologische handvatten om verder te gaan dan de retoriek van alledag. Zo kun je in relatief korte tijd echt expert worden op een bepaald gebied, iets waar je na je studie op kan voortbouwen, zoals ik heb gedaan. Ik ben na LPIS ‘Chinese politiek en buitenlands beleid’ gaan studeren aan de Universiteit van Peking. Het proefschrift dat ik nu schrijf, steunt op zowel internationale veiligheidsstudies als op Chinese politiek. Die combinatie bleek een gouden zet.”
Je doceert nu politicologie. Wat voor docent ben je?
“Tijdens de werkgroepen probeer ik er meer een groepsconversatie van te maken dan dat ik me opstel als de docent die het de studenten weleens komt uitleggen. De omgang met studenten is erg informeel. Ik leg veel nadruk op het interactieve karakter van de les met mijn inmiddels alom bekende ‘ice breakers’. Hoe dat werkt? Aan het begin van de les schrijven studenten in een paar termen het volgens hen belangrijkste politieke item van de week op. Daarna vraag ik ze om dit in één of twee scherpe zinnen toe te lichten en het beargumenteerd te verbinden met een ander item op het bord. Ik probeer hiermee de retorische kwaliteiten van studenten te bevorderen en op een laagdrempelige manier de wat meer introverte studenten te betrekken.”
Je studeerde aan de VU en ging er daarna werken. Waarom ben je blijven plakken?
“Ik heb het erg naar mijn zin op de VU. De docenten—nu mijn collega’s—zijn zowel op academisch als op persoonlijk vlak super en de studenten zijn bij politiek erg leuk en geëngageerd. Samen met het fijne ondersteunend personeel voel je je echt onderdeel van ‘team VU.’”