Ze groeide op in een wijk waar kansen niet voor het oprapen lagen en waar meisjes eerder werden afgeremd dan aangemoedigd. Maar Songül Mutluer weigerde zich te laten tegenhouden. Als eerste uit haar familie ging ze studeren, brak ze met verwachtingen en vocht ze voor haar plek. Nu, als GroenLinks-PvdA-Kamerlid, zet ze zich in voor vrouwenrechten, kansengelijkheid en de strijd tegen femicide.
Als Mutluers telefoon oplicht, laat ze haar schermafbeelding zien: het is een foto van haar moeder en vijf zussen. „Vandaar dat ik me zo inzet voor vrouwenrechten”, zegt ze trots in haar werkkamer in het tijdelijke parlementsgebouw.
„Ik groeide op in de achterstandswijk Poelenburg in Zaandam, een pittige, maar mooie wijk waar de sociale cohesie groot was en mensen naar elkaar omkeken. Tegelijkertijd zag ik veel armoede en gebeurden er achter de voordeur vaak nare dingen, zoals huiselijk geweld. Gelukkig had ik zelf een liefdevolle familie, maar ook wij hadden het thuis niet breed. Op mijn veertiende had ik mijn eerste bijbaan en droeg ik bij aan het gezin. Met schooluitjes die geld kostten, kon ik niet mee, terwijl mijn klasgenoten dat wel konden."
„Mijn ouders, eerste generatie gastarbeiders uit Turkije, wilden mij en mijn zussen graag beschermen tegen - in hun ogen - gevaren. Dat ik als eerste uit mijn familie wilde gaan studeren in Amsterdam viel dan ook niet direct in goede aarde. Ik was de taboedoorbreker, die een sterke wil had en ruzie durfde te maken met mijn vader. Na mijn studie wilde ik het huis uit, en in mijn eentje een huis kopen. Ook dat was toen ongehoord. Ik heb in die tijd voor een aantal basisrechten moeten vechten. Daarom ben ik de politiek ingegaan. Ik wil blijven opkomen voor het recht om er te zijn, om te doen wat je wil.”
Wat vindt je vader ervan dat je nu Kamerlid bent?
„Dat kan ik alleen maar illustreren met het verhaal over mijn beëdiging. Ik word er nog emotioneel van. Mijn ouders waren zo verschrikkelijk trots. Dat mijn vader, als boerenzoon, en mijn moeder, die niet eens naar school mocht, een kind hebben dat Kamerlid is geworden."
„Ik dacht alleen maar: dit is wat júllie hebben bereikt. Dat zij samen zulke krachtige vrouwen en een zoon hebben opgevoed: mijn ene zus is arts, drie anderen ambtenaar en nu ben ik Kamerlid."
„Mijn vader, inmiddels 82, heeft last van zijn heup en loopt slecht, en hij schaamde zich om met een stok naar de Tweede Kamer te komen. Maar daar zag ik hem, met zijn stok, naar me toe lopen, tranen over zijn wangen. Ik omhelsde hem en daarna mijn moeder en was juist zo trots op hén. Ik dacht alleen maar: dit is wat júllie hebben bereikt. Dat zij samen zulke krachtige vrouwen en een zoon hebben opgevoed: mijn ene zus is arts, drie anderen ambtenaar en nu ben ik Kamerlid."
Voordat je de politiek in ging, studeerde je rechten aan de UvA en deed je daarna een PhD aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Had de keuze voor rechten ook al met je missie te maken?
„Absoluut. Ik zag in mijn omgeving dat de rechten van vrouwen werden beperkt, dat kansengelijkheid geen vanzelfsprekendheid was. Dat gaf mij al op jonge leeftijd een sterk gevoel dat ik moest opkomen voor de rechten van mensen. Met een studie rechten hoopte ik handvatten te krijgen om anderen te kunnen helpen. Ik weet nog dat ik voor het eerst naar de universiteit moest en station Amsterdam Centraal uitliep. Ik zag de panden, het water en de mensen en dacht: dit is vrijheid."
„Na mijn opleiding ben ik les gaan geven aan de rechtenfaculteit aan de VU en was ik docent bij de postdoctorale opleiding Aanbestedingsrecht aan de VU Law Academy. Op de campus voelde ik me echt geborgen. Het lesgeven aan eerstejaarsstudenten is het allerleukste wat ik ooit in mijn leven heb gedaan. Hun alles leren over privaatrecht, of vermogensrecht, en dat ze het achteraf echt begrijpen. Dat zou ik zo weer willen oppakken."
„Een ambtenaar kwam naar me toe en vroeg: wanneer komt jouw wethouder? Toen antwoordde ik: ik bén de wethouder."
„Ik weet nog dat ik als 25-jarige wel even moest laten zien dat ik hun docent was. Maar ik heb het vaker meegemaakt dat ik niet direct serieus genomen werd. Ook toen ik later wethouder werd. Zo moest ik een keer een debat in Amsterdam bijwonen en stond ik in de coulissen te wachten. Een ambtenaar kwam naar me toe en vroeg: wanneer komt jouw wethouder? Toen antwoordde ik: ik bén de wethouder."
Het vuurtje waar je het net over had toen je sprak over kennis overbrengen aan anderen: voel je dat ook als het gaat om femicide?
„Tijdens een interview werd ik ooit gevraagd naar mijn inzichten rondom femicide. Ik kende de term vrouwenmoord en wist wat eerwraak was, maar van de term femicide wist ik nauwelijks iets. Ik ben me er toen enorm in gaan verdiepen, kwam in contact met nabestaanden en geweldslachtoffers en zocht agenten en zorginstellingen op. Ook informeerde ik bij hoogleraren in Nieuw-Zeeland in Engeland om te horen hoe zij dit fenomeen in hun land oppakken."
„Wist je dat in in Nederland gemiddeld elke acht dagen een vrouw wordt vermoord?"
„Op dat moment besefte ik: onze toenmalige minister van Volksgezondheid (Kuiper, red.) zal hier waarschijnlijk ook geen weet van hebben. Het stond immers nergens op de agenda. Kijk, eergerelateerd geweld gelinkt aan cultuur kent iedereen, maar het merendeel van de vermoorde vrouwen is van autochtone Nederlandse afkomst. Wist je dat in in Nederland gemiddeld elke acht dagen een vrouw wordt vermoord? Dat was voor mij zo’n eye-opener. Toen dacht ik: dit ga ik beetpakken. Ik heb het daarna nooit meer losgelaten."
Ik was zelf ontzettend verbaasd om te lezen dat Nederland bovenaan de lijst staat van Europese landen als het gaat om femicide. Hoe verklaar je dat?
„Het gaat niet alleen over man-vrouwverhoudingen, maar ook over gelijkwaardigheid. In Nederland zien we onszelf vaak als geëmancipeerd land, maar in de praktijk blijkt dat tegen te vallen. Hoewel we geen macholand worden genoemd, zijn er nog steeds genoeg mannen die vrouwen domineren of klein houden om zichzelf groter te maken. De loonkloof tussen mannen en vrouwen is daar een duidelijk voorbeeld van; we denken dat we op dat gebied verder zijn dan we daadwerkelijk zijn."
„Vrouwenmoord wordt nog altijd geclassificeerd als crime passionel of geweld in de relationele sfeer en daardoor lijkt het alsof het incidenteel en persoonlijk is."
„Daarnaast is het probleem van vrouwenmoord lange tijd onderbelicht gebleven, omdat het vaak niet als zodanig wordt erkend. Het wordt nog altijd geclassificeerd als crime passionel of geweld in de relationele sfeer en daardoor lijkt het alsof het incidenteel en persoonlijk is, in plaats van een structureel maatschappelijk probleem."
In de voorbereiding op dit interview heb ik online gekeken naar waar ik terecht zou kunnen om een melding te doen van huiselijk geweld of stalking en dat werd me ook niet duidelijk. Daarnaast weet ik dat stalkingszaken wel worden gemeld bij de politie, maar dat er vanwege personeelstekorten niet altijd ingegrepen kan worden. Wat moet je dan als slachtoffer?
„Daar kaart je inderdaad een groot probleem aan. Je kunt melding doen bij Veilig Thuis, maar zij kampen met enorme wachtlijsten. En eigenlijk begint het probleem al voorafgaand aan de melding. Een vrouw stapt zelf gemiddeld pas na 33 geweldsincidenten naar de politie. Veel slachtoffers voelen zich vervolgens niet gehoord, mede doordat er geen centraal aanspreekpunt is en incidenten niet aan elkaar worden gekoppeld. Huiselijk geweld, psychisch geweld en stalking worden vaak als losse incidenten behandeld, terwijl je juist door deze patronen samen te bekijken de rode vlaggen kunt herkennen. Als dat op tijd gebeurt, kun je mogelijk ingrijpen voordat het escaleert tot femicide."
„Over de invloed van sociale media op met name jonge jongens maak ik me namelijk grote zorgen."
„Bij de begroting is mijn voorstel voor tien miljoen voor de aanpak van femicide aangenomen. Een deel daarvan moet er inderdaad voor zorgen dat er één aanspreekpunt komt dat met bestaande organisaties samenwerkt. Ook zullen politieagenten een training moeten krijgen. Ik wil dat een deel ook wordt uitgegeven aan onderwijs."
„Over de invloed van sociale media op met name jonge jongens maak ik me namelijk grote zorgen. Dan denk ik aan manfluencers, zoals Andrew Tate, die ideeën verspreiden over dat je vrouwen klein moet maken en onder de duim moet houden. Hoe denk je dat die jongens later met vrouwen om zullen gaan?"
Als we het dan hebben over hoe de patriarchale samenleving zich ook op subtiele manieren kan tonen: hoe is het om als vrouw te werken in de Tweede Kamer?
„Je ziet subtiele, maar duidelijke verschillen in hoe mannelijke Kamerleden vrouwen benaderen in debatten. Soms worden vrouwelijke Kamerleden anders bejegend, en als een vrouw fel of assertief is, wordt ze weleens neergezet als ‘de boze vrouw’. Daarnaast valt het op dat onderwerpen die specifiek vrouwen aangaan, zoals femicide, vaak door vrouwelijke Kamerleden worden geagendeerd. Toen femicide bijvoorbeeld voor het eerst werd besproken in de Kamer, voerden enkel vrouwelijke Kamerleden het debat."
„Het laat zien hoe belangrijk het is dat wij als vrouwen in de Kamer zitten. We zijn gewoon nodig."
„Op de een of andere manier lijkt het onze taak, als vrouwen, te zijn om deze thema’s onder de aandacht te brengen. De onderwerpen worden niet altijd herkend of erkend door onze mannelijke collega’s. Het lukt gelukkig om deze thema’s te agenderen en ervoor te zorgen dat er wordt doorgepakt, maar het is jammer dat het op deze manier moet. Het laat zien hoe belangrijk het is dat wij als vrouwen in de Kamer zitten. We zijn gewoon nodig."
Het klinkt in dit gesprek alsof je leunt op de vrouwen om je heen.
„Dat klopt. Als ik met mijn zussen ben, laad ik op. Dat voelt als het opladen van een lege accu; de verbinding en liefde die we delen geven de nieuwe energie. Ik haal kracht uit de vrouwen om me heen en ook uit vrouwelijke leiders. Vaak zien vrouwen niet wat ze in hun mars hebben, omdat ze door hun omgeving of samenleving ooit klein zijn gehouden. 'Ga niet de straat op, want dat is te gevaarlijk', of 'Ga niet studeren in Amsterdam, want dat is te eng'."
„De wereld heeft baat bij meer vrouwelijk leiderschap."
„Wij vrouwen zijn zó krachtig. We zijn in staat om veel meer te bereiken dan we zelf vaak denken. Ik heb die barrières deels doorbroken en zie steeds meer vrouwen die dat ook doen. Ik geloof dat we elkaar met positieve energie kunnen steunen om het beste uit onszelf te halen. De wereld heeft baat bij meer vrouwelijk leiderschap. Dat hoeven geen politici te zijn; het gaat om iedere vrouw die haar eigen kracht heeft ontdekt en die kan doorgeven aan anderen. Als je me zo hoort, ben ik best een feminist, hè?"