Foto: Stefan Heijdendael

NOS-verslaggever Marleen de Rooy: 'Een goede scoop begint met het stellen van de juiste vragen'

Marjolein de Jong13 February 2025

NOS-verslaggever Marleen de Rooy studeerde International Business Administration aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Na enkele internationale tussenlandingen vond ze haar plek in het politieke hart van Den Haag, waar ze verslag doet van alles wat speelt op het Binnenhof.  

In de NOS-studio in Den Haag, op loopafstand van het momenteel in de steigers staande Binnenhof, begint De Rooy het interview. „Ik heb iets minder tijd, want minister Schoof schuift zo onverwachts voor een interview over stikstof.”

Je zit nu aan de andere kant van de tafel. Hoe vind je dat?
„Een beetje ongemakkelijk wel. Ik ben gewend om vragen te stellen, niet om ze te beantwoorden. De eerste keer dat ik werd geïnterviewd, dacht ik: hè? Waarom hebben we het over mij?"

Toch is het zo dat jij, sinds je ook bij talkshows aanschuift, ook een mediapersoon bent geworden. ‘Marleen de Rooy partner’, of ‘Marleen de Rooy kinderen’ blijken populaire zoekopdrachten als je googelt op jouw naam.
„Dat blijft gek. Ik vraag me echt af waarom mensen dat zouden willen weten. Maar sinds we de YouTube-serie ‘Rondje Binnenhof’ maken, krijgen kijkers een iets persoonlijker beeld van me. Het is anders dan alleen een gezicht in het journaal."

„Tijdens de coronaperiode werd het soms grimmig. Er was veel wantrouwen naar de overheid, maar ook naar de media - en dat is nog steeds zo. In die tijd was het alleen extra intens. Ik werd er weleens over aangesproken dat de NOS fake news zou verspreiden. Als dat in werksetting gebeurt is het nog tot daaraan toe, maar als je met je kinderen in de supermarkt staat, voelt het anders. Nog steeds komen mensen af en toe naar me toe, vaak omdat ze zich zorgen maken over internationale ontwikkelingen."

„Maar er zit ook een leuke kant aan. Ik krijg berichten van vooral jonge meiden die zeggen dat ze het cool vinden wat ik doe en dat ze later ook politiek journalist willen worden. Dat vind ik echt geweldig. Dan denk ik: hoe bijzonder dat je op die manier mensen kunt inspireren."

Je studeerde geen journalistiek, maar koos voor de economie-georiënteerde opleiding International Business Administration. Waarom?
„Ik vond economie altijd een interessant vak, maar pure economie leek me wat te droog. Toen kwam ik uit bij International Business Administration. Die studie trok me, vooral vanwege de vele internationale studenten en de energie die er omheen hing - het gevoel van: we gaan iets nieuws doen."

„Ik ga goed op druk - als ik weet dat ik nog drie uur heb, dan kan ik echt knallen."

 „Ik denk vaak terug aan die coffee corner beneden bij de VU. Dat was dé hang-out, de plek waar je iedereen tegenkwam. Studeren deed ik altijd in de kantine, omdat ik niet goed kan werken in heel stille ruimtes. Ik heb die achtergrondgeluiden en levendigheid nodig om me te kunnen concentreren."

„Toen ik voor het eerst op de redactie van de NOS kwam, voelde ik meteen: dit past bij mij. Iedereen was continu aan het bellen, stukken aan het lezen, er was beweging. In zo’n dynamische omgeving functioneer ik goed. Ik ga goed op druk - als ik weet dat ik nog drie uur heb, dan kan ik echt knallen."

Ben je nog wel zenuwachtig voor interviews?
„Voor interviews niet, nee. Voor live gaan soms wel. Het is dat besef: dit is live, er is geen herkansing. Je staat ergens, kijkt in het zwarte gat van de camera en weet dat alles wat je zegt direct de wereld in gaat. Dat is heel intens. Vooral in de studio. Je hoort het aftellen: drie, twee, één... en dan die tune van het Achtuurjournaal. Dan flitst door mijn hoofd: wat ben ik eigenlijk aan het doen? Maar dat moet je direct parkeren en vertrouwen op je voorbereiding. Het komt wel goed."

„En áls er iets gebeurt - je moet hoesten, er komt een auto met sirene langs, of je tekst ontschiet je even - dan weet je: geen paniek. Je kijkt even naar beneden, herpakt je en gaat door. Dat is het belangrijkste: rustig blijven en gewoon doorgaan."

Hoe besloot je uiteindelijk: ik word journalist?
„In eerste instantie dacht ik helemaal niet aan de journalistiek. Na mijn studie ging ik naar Australië en ging ik werken bij een finance-kantoor in Sydney. Ik zou er zes maanden blijven, maar het werden er bijna tien. Ik had een geweldig leven daar - ik woonde op Bondi Beach, had een leuke vriendengroep en het werk was prima. Maar ik realiseerde me ook: als ik dit mijn hele leven moet doen, dan word ik daar niet gelukkig van."

„Ik dacht echt: wat doe ik hier? Ik heb mijn moeder gebeld en gezegd: 'Mam, ik weet helemaal niet of ik dit wel kan.'"

„Ik schreef al voor het studentenblad van het corps in Amsterdam en vond dat altijd leuk, maar ik kende verder helemaal geen journalisten. Voor mij was het een ongrijpbaar beroep: hoe word je dat eigenlijk? Het voelde niet als iets wat zomaar kon. Pas toen ik me inschreef voor een journalistieke master in Londen, veranderde dat. Ineens zat ik in de klas met studenten uit de hele wereld - mensen die al voor The Guardian en Vanity Fair schreven. Ik dacht echt: wat doe ik hier? Ik heb mijn moeder gebeld en gezegd: 'Mam, ik weet helemaal niet of ik dit wel kan.'"

„Maar na twee weken moesten we een krant maken en toen kwam het besef. Er was een katernverdeling en bij de business- en finance-sectie bleef het stil - niemand wilde die doen. Dus ik stak mijn hand op. Dat was hét moment waarop ik dacht: misschien is dit juist mijn kracht. Ik heb met economie een heel andere achtergrond dan de rest. Dat was waarom ik aangenomen ben en hier wél iets te brengen heb."

Hoe kwam je als verslaggever bij de NOS terecht?
Ik solliciteerde eerst bij Het Financieele Dagblad en werd onverwachts aangenomen, dus ik moest terug naar Nederland. Ik was 25, woonde nog met vriendinnen en had ineens een veel te serieuze baan bij een krant waar alles tot in de puntjes moest kloppen. In die beginperiode maakte ik een enorme misser: ik zette een verkeerd getal in een artikel. Ik vond het zó erg dat ik op de wc heb staan huilen."

„Op een gegeven moment kwam ik in contact met iemand van de NOS en kreeg ik een rondleiding. Toen wist ik meteen: dit is het. De newsroom, de energie, de hectiek van live nieuws - hier wilde ik bij horen. Kort daarna maakte ik de overstap en begon ik bij de economieredactie."

„De newsroom, de energie, de hectiek van live nieuws - hier wilde ik bij horen."

„Mijn achtergrond in financiën gaf me meteen een stevige basis. Ik wist misschien wel weinig over politiek, maar ik kende alles over zaken als box drie, pensioenen en belastingen. Tijdens de formatie wist ik dat ik moest uitzoeken wat ze met het belastingstelsel wilden doen. Ik sprak met zoveel mogelijk mensen, legde alle stukjes bij elkaar en op een gegeven moment wist ik het. Niet omdat iemand het me direct vertelde, maar omdat het de enige logische conclusie was. Dat was mijn eerste grote scoop, het werd de opening van het journaal."

Stel, je schrijft ooit een autobiografie. Welke memorabele mediamomenten komen er dan sowieso in terug?
„Een moment dat er zeker in zou komen, is die vrijdag in november (2024, red.) toen het kabinet bijna viel. Het was een rustige dag, of dat dacht ik tenminste. Ik zou een gesprek met Schoof doen, niets bijzonders. Ik had gewoon een spijkerjurkje aan en had er geen rekening mee gehouden dat ik op tv zou komen."

„En toen kreeg ik een telefoontje: 'Nora gaat opstappen vandaag.' (NSC-staatssecretaris Nora Achahbar, die opstapte vanwege haar onvrede over de migratiediscussie, red.) Mijn eerste reactie was: dat meen je niet. Maar meteen dacht ik: als zij opstapt, dan blijft de rest waarschijnlijk ook niet zitten. Dit betekent gewoon het einde van het kabinet. Het was kwart voor één en ik stond hier letterlijk in deze zaal. Op dat moment rende ik naar Xander (Van der Wulp, red.) en riep: 'Wow, wow, wow!' En precies op dat moment kreeg hij óók een signaal dat er iets groots aan zat te komen."

„Vanaf dat moment ging alles razendsnel. De hele nieuwsredactie schoot in actie, iedereen begon te bellen. Het was chaos - maar gecontroleerde chaos. En om precies één uur - een kwartier nadat het nieuws mij bereikte - stond ik al in de studio om het te vertellen."

Wat zijn volgens jou de uitdagingen waar de journalistiek mee te kampen heeft?
Een van de belangrijkste uitdagingen is transparantie. Met Rondje Binnenhof proberen we te laten zien hoe wij als journalisten te werk gaan. Kijkers waarderen dat, omdat het de journalistiek minder afstandelijk maakt. In plaats van ‘zij daar in Den Haag’ wordt het meer: kijk, zo doen we dat, zo werken wij. Wij zijn ook gewoon mensen, net als de politici over wie we verslag doen. Die openheid helpt om vertrouwen op te bouwen en de kloof tussen journalistiek en publiek te verkleinen."

„Hoe communiceer je nog met iemand die zijn hele leven lang in een totaal andere informatiewereld leeft? Dat baart me zorgen."

„Ik vind het Achtuurjournaal ook zo belangrijk: het laat je dingen horen die je misschien niet dacht nodig te hebben. In een tijd waarin algoritmes bepalen wat je te zien krijgt, loop je het risico om in een bubbel te belanden. Jij en ik hebben nog wel een basis waaraan je die informatie kunt toetsen. Maar wat denk je van kinderen? Hoe communiceer je nog met iemand die zijn hele leven lang in een totaal andere informatiewereld leeft? Dat baart me zorgen."

Heb je ten slotte nog advies voor jonge journalisten?
„Probeer binnen het grote spectrum van de politiek iets écht goed te begrijpen. Dat onderscheidt je. Of het nu over jeugdzorg, de toeslagenaffaire of pensioenen gaat - hoe beter je een specifiek onderwerp doorgrondt, hoe meer je de achterliggende systemen begrijpt. Het geeft je een fundament, waardoor je niet alleen de verhoudingen snapt, maar ook hoe beleid en besluitvorming écht werken. Vanuit die basis kun je altijd nog verbreden. Als je eenmaal één complex systeem goed doorhebt, wordt het gemakkelijker om verbanden te leggen en nieuwe terreinen te verkennen."

„En een persoonlijke tip: als je iets op tv wilt gaan doen; zorg dat je altijd een set extra kleding bij je hebt. Ik heb eens een hele pot koffie over mezelf gegooid vlak voordat ik live moest. Gelukkig had ik nét genoeg tijd om naar een winkel hier om de hoek te rennen, maar het maakte het interview er niet per se meer ontspannen op."