Foto: David Meulenbeld

Ricky Mohabbat klom van mbo naar universiteit, maar voelde zich tijdens zijn hele studententijd een oplichter

Marjolein de Jong16 February 2025

Journalist Ricky Mohabbat (31) was eerstegeneratiestudent aan de Vrije Universiteit Amsterdam en maakte daar een documentaire over. „Ik dacht: dit is gewoon hoe de universiteit werkt, en blijkbaar ben ik degene die het niet snapt. En als ik dat zou toegeven, dan zou ik door de mand vallen en zou iedereen zien dat ik daar helemaal niet thuis hoorde."

In het vierluik Ricky the Imposter (te zien op NPO 3LAB, red.) zeg je dat je pas achteraf besefte dat je een eerstegeneratiestudent was. Waar liep je tijdens je studie tegenaan?

„Waar zal ik beginnen? Dat gaat over het verschil tussen een hoor- en werkcollege weten, hoe het werkt met studiepunten, niet weten dat je naar een decaan kunt als je ergens mee zit. Ik denk dat als je ouders hebt die wel gestudeerd hebben, je dat met elkaar aan de eettafel deelt. Dat je dan hoort dat je bij een studentenvereniging kunt gaan,waar je andere mensen leert kennen, waarmee je samen het studeren kunt ontdekken."

„Maar het was ook in de collegebanken. We hadden het vaak over filosofen en theorieën waar ik nog nooit van had gehoord, over boeken die ik nooit had gelezen. Ik durfde niet mijn hand op te steken, want dan zou iedereen weten dat ik als enige dom was. Ik wist natuurlijk niet of de anderen die schrijvers wel kenden, misschien waren ze net als ik ook aan het bluffen, maar erover praten deed ik niet."

Waarom sprak je er met niemand over?

„Ik dacht: dit is gewoon hoe de universiteit werkt, en blijkbaar ben ik degene die het niet snapt. En als ik dat zou toegeven, dan zou ik door de mand vallen en zou iedereen zien dat ik daar helemaal niet thuis hoorde. Pas later hoorde ik van oud-studiegenoten dat zij precies hetzelfde voelden, maar niemand sprak het uit. Dat is zo jammer, want daardoor voelde ik me alleen in mijn onzekerheden."

Betrok je het gevoel van vervreemding ook op je culturele achtergrond? 

„Ik denk zeker dat dat onbewust meespeelde. Op het hbo - waar ik Media, Informatie en Communicatie studeerde - was het sociale aspect inderdaad een grote drempel. Ik woonde in Lelystad, waar mijn omgeving best divers was, en ineens zat ik in een wereld waarin bijna iedereen blond was en uit een andere sociale klasse leek te komen."

„Wetenschappelijke teksten lezen? Ik wist niet eens hoe ik dat moest aanpakken. Close reading? Nog nooit van gehoord."

„Tijdens de master journalistiek aan de VU kwam daar het academische aspect nog bovenop. Wetenschappelijke teksten lezen? Ik wist niet eens hoe ik dat moest aanpakken. Close reading? Nog nooit van gehoord. Ik had geen idee hoe ik me moest voorbereiden op een tentamen, dus ik werkte me helemaal over de kop."

In je documentaire noem je niet alleen vervreemding op de universiteit, maar ook thuis. Hoe kwam dat?

„Ik kom uit een Surinaams-Hindostaans gezin, een cultuur waarin het collectief centraal staat. Familie is alles, je doet dingen samen. De Nederlandse cultuur draait juist om individualiteit, jezelf ontwikkelen. Dat wilde ik ook, maar daardoor zette ik me af tegen mijn achtergrond. Ik ging niet meer naar familieverjaardagen, wilde me losmaken."

„Later ontdekte ik ook mijn homoseksualiteit, en dat voelde als nog een extra laag vervreemding. Ik dacht dat ik dat niet kon zijn binnen mijn wereld, dus ik verzweeg het en nam nog meer afstand. Niet gek dat ik me steeds eenzamer voelde. Achteraf gezien had ik het gewoon moeten delen."

„Een van de moeilijkste momenten was het gesprek met mijn moeder. Ik wilde haar absoluut niet het gevoel geven dat ik haar of mijn vader iets verwijt. Ik heb een prachtig leven dankzij hen, maar dat neemt niet weg dat ik me in mijn studententijd erg eenzaam en verward heb gevoeld. Ik had er toen alleen geen woorden voor. Ik vind het eigenlijk stom dat ik een documentaire nodig heb gehad om mijn moeder over mijn eenzaamheid te kunnen vertellen."

„Mijn tafelmanieren heb ik uiteindelijk afgekeken van het programma The Real Housewives of Beverly Hills."

Beperkte je imposter syndroom zich tot de universiteit?

„Nee, absoluut niet. Ook op sociaal vlak leken mijn medestudenten gedragsregels te kennen waar ik geen idee van had. Ik herinner me dat we een keer uit eten waren in een chique restaurant. Een vriendin zei tegen een ander meisje: ‘Oh, wat houd jij je mes en vork gek vast.’ Ik dacht: zijn daar regels voor? Mijn tafelmanieren heb ik uiteindelijk afgekeken van het programma The Real Housewives of Beverly Hills."

Loop je nog steeds weleens tegen het imposter syndrome aan?

„Zeker. Ik moest een keer de bekende advocaat Wim Anker interviewen. Ik had het gevoel dat het heel slecht ging en dacht na het gesprek: hij vindt mij vast dom. Twee dagen later kreeg mijn hoofdredacteur een berichtje waarin hij mij complimenteerde met het interview. Of een andere keer toen ik hoorde dat ik voorgedragen zou worden voor een Tegel (een journalistieke prijs, red.), en mijn eerste gedachte was: het zal wel vanwege mijn culturele achtergrond zijn. Het is echt een mindfuck."

Tegenwoordig heeft de VU het programma Better Prepared, waarbij eerstegeneratiestudenten worden voorbereid op hun tijd aan de universiteit. Hoe denk jij hierover?

„Als ik ervan had geweten, had ik me zeker aangemeld. Ik wist alleen niet wat die term inhield, dus ik ging er ook niet naar zoeken. Je moet je ook niet vergissen: eerstegeneratiestudenten hebben niet allemaal een diverse culturele achtergrond. Veel zijn ook witte en/of autochtone studenten, die niet uit een academisch nest komen. Je moet maar net weten dat jij het ook bent."

Toch zeg je in de documentaire dat de VU veel voor je heeft betekend. Waarom?

„Het was op de VU dat een docent tegen mij zei: ‘Juist omdat jij een ander pad hebt bewandeld en een andere achtergrond hebt, heb je iets toe te voegen’. Sindsdien ben ik dat gaan omarmen. Mijn verhaal, mijn ervaringen - dat is wat mij onderscheidt van de rest."