Kelder
In mijn herinnering waren er vroeger – in de tijd dat ik op de VU rondliep, de jaren tachtig van de vorige eeuw – veel minder poortjes, hekjes, slagbomen, bewakers en pasjes om ergens binnen te mogen dan tegenwoordig. Ik heb het gevoel dat je in die jaren op allerlei plekken, zoals een grote universiteit aan de rand van een bruisende stad, eigenlijk altijd wel gewoon door kon lopen, binnen mocht, niet direct gescand en/of gecontroleerd werd. Je kon zelfs in de tram stappen zonder persoonlijke OV-chipkaart, hoewel dat volgens mijn zoon vooral komt omdat je in die jaren nog helemaal geen OV-chipkaarten had, duh, waar mijn dochter aan toevoegt dat we blij mochten zijn dat er toen al een tram reed op stroom in plaats van voortgetrokken door een paard. U begrijpt, het is voor mij best lastig in gezinsverband herinneringen te delen. Vandaar dat ik het hier doe.
‘Hij raakte geïnteresseerd in eigenlijk alle zaken waar ik net zo naar kijk als Henk Krol naar een kloppende boekhouding’
Toen mijn drie jaar oudere broer nog op de middelbare school zat, jaren waarin hij het begrip ‘met de hakken over de sloot overgaan’ tot ongekende hoogte wist te ontwikkelen, raakte hij geïnteresseerd in wat later automatisering en nog later het internet genoemd zou gaan worden. Computers, snelle computers, programmeertalen, rekenmodellen, nulletjes en eentjes, eigenlijk alle zaken waar ik net zo naar kijk als Henk Krol naar een kloppende boekhouding. Je weet dat het bestaat en nodig is, maar begrijpt er eigenlijk helemaal niks van. Hij wel, Jack. Sterker nog, vanaf zijn veertiende ofzo fietste hij elke dag na school naar Buitenveldert om, in de kelder van de VU, van computers en verbindingen gebruik te maken waar weinigen vanaf wisten en waarvan het zeker niet de bedoeling was dat een jochie uit Amsterdam-oost met een wilde zwarte haardos en een bril die geregeld met leukoplast of sellotape tot een geheel was geplakt, er gebruik van kon maken. Maar hij deed dat. Zeker wel, en jaren lang. Daar, in die kelder, en aansluitend nog tot diep in de avond thuis aan tafel met stapels papier uit een vroeg soort printer, waarop hij dan met een pen kleine verbeteringen ging aanbrengen, om van wat hij had geprogrammeerd te komen tot wat hij eigenlijk wilde programmeren. Achteraf mogen we met zijn allen blij zijn dat het begrip hacken in 1977 nog niet bestond.
Hij liep gewoon de VU binnen, nam de lift naar die kelder, waar de Stichting Academisch Rekencentrum Amsterdam (SARA, nooit zal ik die naam vergeten) zetelde en deed zijn ding. Niemand hield hem tegen, niemand vroeg om een pasje. Het zou kunnen dat het nu op allerlei plekken veiliger is, toen was het wat relaxter. En kon zelfs mijn broer een carrierepad vinden waarop hij nog steeds uitblinkt. Geloof ik.
> Cabaretier Dolf Jansen, in 1988 afgestudeerd bij Nederlands recht, schrijft elk kwartaal een column voor VU Magazine.