Dit jaar buigt een groep jonge wetenschappers van de Nationale DenkTank zich over problemen in de digitale samenleving. VU-alumnus Falko Lavitt (26) is één van hen: “Ik wist dat de digitale wereld veel invloed heeft op jongeren, maar dat sommigen aan zeven uur schermtijd per dag komen was schrikken.”
Welke problemen uit de digitale maatschappij hebben jullie zoal geïdentificeerd?
„Veel mensen hebben de intentie om minder achter schermen te zitten, maar dit lukt vaak niet. Doordat we te maken hebben met veel meer prikkels, moeten we vijf keer zoveel informatie op een dag verwerken als 30 jaar geleden. Die overprikkeling leidt tot veranderingen in de ontwikkeling van het brein. Die veranderingen gebeuren vooral in de delen van het brein die lange termijn beslissingen maken, met als gevolg dat mensen nog vatbaarder zijn om aan die korte termijn prikkels toe te geven. Heel cru eigenlijk.”
Hoe zit het met jongeren en online zijn?
„Jongeren brengen veel tijd door achter een beeldscherm. Sommigen maar liefst zeven uur per dag. We spraken een jong meisje dat tot zes uur ’s ochtends wakker bleef om haar Instagram te in de gaten te houden. Uit ons onderzoek is gebleken dat maar liefst driekwart van de jonge internetgebruikers zich niet bewust is van wat de gevolgen van veelvuldig online zijn voor hun mentale gezondheid. Ook is de prestatie- en vergelijkingsdrang hierdoor een toenemend probleem. Jongeren zijn hier nog vatbaarder voor.”
„We hebben de tendens om beslissingen die door een computer gemaakt worden als objectieve waarheid te zien."
Wat heeft je het meest verbaasd?
„Maar liefst drie miljoen Nederlanders zijn niet digitaal vaardig. Het gaat niet alleen om 65-plussers, maar om mensen van alle leeftijden. Deze mensen hebben moeite met het online aanvragen van een ov-chipkaart, een bankdienst regelen of het doen van belastingzaken. Hele basale ICT-zaken om mee te komen met de maatschappij. Vaak zijn mensen zich helemaal niet bewust van het gebrek aan vaardigheden doordat iemand anders het uiteindelijk wel voor hen regelt. Men komt er wel uit, maar is niet volledig zelfredzaam en profiteert niet mee van de positieve effecten van onze digitaliserende maatschappij.”
Je studeerde Artificial Intelligence. Was je toen al met deze vraagstukken bezig?
„Tijdens mijn studie viel het mij al wel op dat de focus steeds lag op het efficiënter en beter maken van algoritmes. Dit terwijl, als ik praatte met mensen om mij heen, zij geen flauw benul hadden van wat dat betekende. Wat doen die algoritmes? Wat is het effect op de maatschappij? We hebben de tendens om beslissingen die door een computer gemaakt worden als objectieve waarheid te zien. Dat is alleen niet altijd zo. De data waarop ze getraind zijn, geven niet altijd een eerlijke weergave van de maatschappij.”
„Iemand die een Fitbit draagt, kan zijn of haar hartslagdata beschikbaar stellen voor onderzoek van de Hartstichting."
„Ook keek ik daar al naar overmatige dataverzameling. Kijk, als jij diensten van Google en Facebook gebruikt, dan worden jouw data doorverkocht aan adverteerders. Daarvoor krijg jij bijvoorbeeld Google Maps gratis tot je beschikking. Dit weet men vaak niet omdat er weinig transparantie over is. Hierdoor is het als internetgebruiker onduidelijk wie jouw data bezit.”
Kun je vast één van de mogelijke oplossingen verklappen?
„Zeker. Ik werk aan Donata.io, een platform waarop jij als gebruiker je data niet voor commerciële doeleinden beschikbaar stelt, maar juist voor goede doelen. Iemand die een Fitbit draagt, kan zijn of haar hartslagdata beschikbaar stellen voor onderzoek van de Hartstichting. Uiteraard op een veilige manier gedeeld. Het wordt een nieuwe manier van doneren aan een goed doel of initiatief. In plaats van geld doneer je data die je toch al gratis weggeeft. Wie wil dat nou niet?”
Op 12 december presenteert de Nationale DenkTank 2019 de resultaten aan 350 mensen uit de academische wereld, het bedrijfsleven en de overheid.