Foto: Eigen beeld

Hoe ruikt het verleden?

Marjolein de Jong9 December 2020

Geuronderzoeker Caro Verbeek doet aan der Vrije Universiteit Amsterdam onderzoek naar historische geuren. Van de geur van de Slag bij Waterloo tot de balseming van Willem van Oranje. 

Verbeek krijgt samen met haar collega Inger Leemans een subsidie van 2,8 miljoen euro voor hun project Odeuropa. Ze gaan de komende drie jaar zo veel mogelijk ‘verloren geuren’ uit de Europese geschiedenis in kaart brengen.

Jullie project krijgt zoveel positieve aandacht. Waarom is dat denkt u?

„Geur lijkt misschien ‘maar’ geur, maar het is essentieel in onze waarneming. Ons geurvermogen gaat veel verder terug dan ons talige of visuele geheugen. Zelfs sommige dementerende mensen die niet meer weten wie ze zijn kunnen door middel van een geur uit hun vroege jeugd weer weten wie ze zijn." 

„Marketeers hebben al ervaring met geuren. Bedrijven hebben vaak een geurenlogo. Zo heb je de typische HEMA-geur. Je komt binnen en denkt: ik ben er weer. Sinds het verschijnen van de roman ‘Het parfum’ van Patrick Süskind in de jaren tachtig beginnen mensen zich steeds meer het belang van geur in de culturele geschiedenis te realiseren. En ook hoeveel geuren er al verloren zijn gegaan."

Hoe bent u in dit onderzoeksgebied gerold?

„Twintig jaar geleden bezocht ik de Biënnale in Venetië. In een van de zalen hing een heel sterke lucht. Ik raakte geïrriteerd en dacht: kunnen ze dat niet weghalen? Het verstoort mijn esthetische blik! De bron van de geur bleek een kunstwerk. Mijn complete kijk op kunst en geschiedenis veranderde toen. Geur kan dus ook kunst zijn! De gedachte dat geuren verdwijnen liet me niet meer los."

U werkt vaak samen met musea. Vertel!

„We proberen het reukvermogen in te zetten in musea. Bezoekers voelen zich daardoor veel meer betrokken bij een schilderij. Maar ook blinden of slechtzienden kunnen zo op een toegankelijke manier kennis maken met cultureel erfgoed. Denk aan de geur van de slag bij Waterloo. Je staat bij het schilderij van de Slag bij Waterloo en je ruikt hoe het geweest moet zijn."

Hoe weet u hoe dat geroken moet hebben? 

„Eerst doe ik bronnenonderzoek en lees ik neusgetuigenverslagen van soldaten in dagboeken. Oorlog brengt afschuwelijke stank voort. Denk aan de geur van rottende paarden- en mensenlijken. Die geuren trokken in hun kleren, eten en huid. Daar hadden soldaten last van. Meer dan van hun verwondingen schreven ze. Op het schilderij zie je dat het regenachtig weer was, dus de geur van natte aarde moet aanwezig zijn geweest. Daarnaast kun je nog denken aan de geur van het leer van laarzen, buskruit en de typische geur van angstzweet."

„Maar er zijn ook aangenamere geuren aanwezig, zoals die van omgewoelde aarde na een inslag, of het parfum van Napoleon: Aqua Mirabilis. Al deze ingrediënten komen samen in een geur. We hebben uiteindelijk wel de geur van vluchtende paarden gekozen. De geur van een dood paard zou te heftig zijn en ervoor zorgen dat mensen zouden overgeven of wegrennen."

Hoe stelt u die geur vervolgens samen?

„Een geurstoffenbedrijf heeft mij daarbij geholpen. Zij hebben zogenaamde neuzen in dienst en planken vol met flesjes geurstoffen. Een zogenaamde gaschromatograaf analyseert de moleculen van een geur en maakt daar een synthetische variant van. Zo hebben zij ooit een sample van de lucht die uit een paard komt genomen en daar een synthetische variant van gemaakt die in het parfum terecht is gekomen."

Hoe komt u erbij om dit soort geuren na te bootsen?

„Vaak komt er een vraag vanuit een museum. Zo heb ik onlangs voor een museum in Den Briel de balseming van Willem van Oranje nagebootst. In de archieven van zijn lijfarts kwam ik het recept van zijn balseming tegen: lavendel, wierook, mirre, tijm en rozemarijn. Aan mijn keukentafel gooi ik dan vervolgens alles bij elkaar."

Naar welke geuren bent u nog benieuwd?

„In historisch opzicht had ik wel een reukoffer van 'kyphi' bij de oude Egyptenaren willen bijwonen. Dora Goldsmith heeft dit grotendeels gereconstrueerd, maar er is nog onduidelijkheid over een paar ingrediënten. De geuren die ik het liefst had willen vastleggen zijn die van geliefden. Van mijn vader die overleden is en de kruin van mijn pasgeboren baby die na een tijdje verandert. Hoe bijzonder als je zulke geuren voor altijd kunt bewaren?"