Nina Polak | Vrije Schrijver
Foto: David Meulenbeld

'In het begin was ik een geremde schrijver'

Nina Polak | Vrije Schrijver

Marjolein de Jong14 July 2023

Nina Polak (37) is vanaf 1 juni 2023 de Vrije Schrijver van de Vrije Universiteit Amsterdam. 

Ondanks haar natuurlijke weerzin tegen praten over zichzelf - “Van veel dingen die ik over mezelf vertel, denk ik: het is allemaal niet zo boeiend” - vertelt Polak op een van haar favoriete plekken, in Café Schiller, over waar haar interesse in de menselijke psyche vandaan komt, waarom een term als ‘woke’ haar stoort en dat juist het ongezegde families zo moeilijk maakt. 

Welke plannen heeft u voor het Vrije Schrijversschap?

„Ik ben in een fase van mijn leven waarin ik de behoefte voel om met jonge mensen te praten, om kennis aan hen over te dragen. Ik wil ook graag met de studenten onderzoeken wat literatuur - in de huidige tijd van ontlezing en overvloed aan afleiding - nog kan toevoegen aan je leven. Misschien dat we zelfs de brug naar geestelijke gezondheid kunnen slaan. Wat betekent lezen voor je ontwikkeling als mens en individu? En voor de ontwikkeling van je geest? Er zijn veel verontrustende geluiden over de slechte geestelijke gezondheid bij jonge studenten. Al vind ik geestelijke gezondheid een slechte term."

Waarom vindt u geestelijke gezondheid een slechte term? 

„Ik vind het een cliché containerbegrip dat is gericht op gezondheid. Het laat zaken als ethiek en moraal verdwijnen. Alsof de geest enkel iets is dat gezond of ongezond kan zijn. Heb ik een stoornis, of niet? Is mijn geestelijke gezondheid vandaag goed, of niet? Ik vind dat een armoedige manier van kijken naar de mens. Het is reductief en binair, geeft bovendien een simplistisch discours."

In zowel uw romans als uw journalistieke werk voor de Correspondent speelt - om het toch even zo te noemen - geestelijke gezondheid vaak een rol. Is het te platgeslagen om te denken dat die fascinatie is ontstaan doordat uw vader psychiater is?

„Misschien dat de psychiatrie daardoor een bereikbaarder vakgebied voor me was, maar de interesse voelt intrinsiek. Ik had al als kind een bijna kitscherige horror-fascinatie voor psychiatrische ziekenhuizen. En dan vooral voor de klinische esthetiek ervan. Tijdens mijn puberteit heb ik de film Girl, Interrupted ook ontelbare keren bekeken. Ook in mijn latere leven werd ik altijd weer getrokken naar literatuur over waanzin. Het blijft me fascineren."

Binnenkort loopt u op de universiteit tussen de studenten. Hoe was u zelf als student toen u Nederlands studeerde aan de Universiteit van Amsterdam?

„In de eerste jaren was ik niet zo’n serieuze student. De inhoud interesseerde me wel, maar ik deed alleen mijn best voor docenten die me inspireerden. Dat veranderde toen ik in New York mijn bachelor afrondde en zag hoe hard de studenten daar - vanwege het hoge collegegeld - werkten."

„Ik denk veel na, ben zeer analytisch en kan tobberig zijn."

„Ik had geen vastomlijnd toekomstplan met de opleiding. Eigenlijk wilde ik als acteur het theater in, maar ik werd tijdens de sollicitatierondes afgewezen. Dan ga ik maar romans lezen in de tussentijd, dacht ik, maar de opleiding bleek zo leuk dat ik ermee door ben gegaan. Nog steeds heb ik veel aan het concept ‘close reading’ dat ik tijdens de studie leerde. Wat staat hier nou eigenlijk? En wat zie ik hierin? Dat is voor mij een belangrijke skill gebleken."

Heeft de tijdens uw studie opgedane kennis u ook weleens tegengewerkt tijdens het schrijven?

„Ik denk het wel. In het begin was ik een geremde schrijver. Het is voor een deel de academische blik en veel kennis van literatuur die me extreem kritisch maken. Maar ook mijn persoonlijkheid. Ik ben sowieso een hyperbewust persoon. Ik denk veel na, ben zeer analytisch en kan tobberig zijn. Ik denk dat ik nu een manier heb gevonden om dat tot mijn kracht te maken. Het dwingt me ook heel precies te zijn."

Nina


„Die precisie vind ik ontbreken in het publieke debat. Ik heb veel moeite met alle clichématige, onprecieze termen die rondgestrooid worden. Niemand weet precies wat je bedoelt met een term als ‘woke’, of ‘wappie’. Dat werkt volgens mij totaal averechts als het gaat om een constructief gesprek. In de literatuur gaat het juist over precisie en eigenheid in taal. De taal waarmee het debat gevoerd wordt, is ook zo schraal."

„Ik kan geen selfie maken. Dat heb ik altijd diep gênant gevonden."

Wat mij opviel in de voorbereiding voor dit interview is dat u - in tegenstelling tot sommige andere schrijvers - nauwelijks actief bent op social media. Bewaart u uw materiaal liever voor in uw boeken?

„Ik denk inderdaad goed na over wat ik wil schrijven en spui liever geen rauw materiaal rond. Maar ik vind sociale media om meerdere redenen ondermijnend. Het is ontzettend verslavend en het geeft een heel ander beeld van de werkelijkheid. Bovendien heb ik altijd schroom gehad om dingen te posten over mezelf. Dat is een natuurlijke weerzin die ik heb. Ik kan ook geen selfie maken. Dat heb ik altijd diep gênant gevonden."

Wat vindt u dan van het doen van interviews en de aandacht voor de auteur achter het boek?

„Ook dat is niet mijn hobby. Ik vind het leuk om met jou te praten, hoor, maar van veel dingen die ik over mezelf vertel, denk ik: het is allemaal niet zo boeiend. Mijn privéleven is niet heel boeiend. Mijn achtergrond is niet heel boeiend. Ik denk ook weleens: ik stop met interviews."

Wat is het dan dat u toch ‘ja’ zegt?

„Dat is toch een soort plichtsgevoel tegenover mijn boek, denk ik. Kijk, je kunt van het auteurschap ook een show maken. Dat kan ik als entertainment ook wel waarderen. Ik bewonder Ilja Pfeijffer om de rol van schrijver die hij speelt. Dat is een performance. Een mythe maak je daarmee van jezelf. Dat zou ik graag kunnen, maar het zit er niet in voor mij."

„Vaak denk ik ook: wat zou ik zelf nu graag voor een boek willen lezen?"

Uw meest recente roman Buitenleven, dat gaat over twee vrouwen die de stad verlaten en op het platteland in het noorden van het land gaan wonen, is ontsproten vanuit het scenario dat u en uw partner ook bijna die stap hadden gezet. Hoe ontstaan de ideeën voor uw romans doorgaans? 

„Voor mij is het begin van een roman altijd een relatie tussen mensen. Wie iemand is in relatie tot de ander vind ik interessant. Daarna komt er vaak een sfeer bovendrijven. Dat had ik ook bij Buitenleven. Ik dacht aan een broeierig, eenvoudig boek met een benauwde setting tussen twee personen. Vaak denk ik ook: wat zou ik zelf nu graag voor een boek willen lezen? Want dat is ook het soort boek waar ik graag aan werk. Nu heb ik bijvoorbeeld zin om een uitgebreide familieroman te schrijven die zich afspeelt in Haarlem."

Wat me opviel in Buitenleven is de veelheid aan dialogen die heel natuurlijk overkomen. 

„Ik hoor van veel schrijvers dat ze geen dialoog kunnen of willen schrijven. Ik vind die juist het makkelijkst. Daarom vind ik het ook leuk om toneel te schrijven. Ik ben blijkbaar toch erg bezig met hoe mensen klinken en hoe ze tegen elkaar praten. Dat is ook de reden dat ik zo geïnteresseerd ben in die relaties. En ook in wat juist niet uitgesproken wordt."

Is dat iets wat u zelf ook herkent?

„Ik vind familie wel moeilijk, ja. Ik houd heel erg veel van mijn familie, maar ik vind het ook lastig om met ze te zijn. Omdat er in families bij uitstek zoveel speelt. Je voelt het allemaal  en tegelijkertijd kun je dat bij je eigen familie bijna niet onder ogen zien. Bij anderen - of in mijn boeken - is het weer veel makkelijker om te zien, aangenamer ook, omdat je er zelf niks mee te maken hebt."

Nina Polak is de zeventiende Vrije Schrijver van de VU. Ze is aangesteld voor een jaar. De Vrije Schrijver wordt gesubsidieerd door de VUvereniging.