Foto: David Meulenbeld

‘Mensen worden ánders gelovig, niet ongelovig’

Marjolein de Jong8 November 2022

André van der Braak is hoogleraar comparatieve filosofie van religie aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Hij doet onderzoek naar hoe het steeds normaler wordt om religies te combineren, iets wat hij zelf in de praktijk ook doet. 

Naast hoogleraar is Van der Braak zenleraar. Vanaf zijn woning hoeft hij slechts twee stappen - door de tuin - te zetten naar de dojo waar hij wekelijks zenmeditaties geeft. „Als hoogleraar buig ik me met scepsis over wetenschappelijke vragen. Als zenleraar is mijn religieuze verlangen belangrijk.”

U doet onderzoek naar multireligiositeit. Wat betekent dat precies? 

„Mensen zeggen vaak dat er minder gelovigen zijn. Daar ben ik het niet mee eens. Mensen worden ánders gelovig. Ten tijde van de verzuiling had ieder een eigen religie. Nu is er een steeds grotere groep mensen die zich daarmee niet verbonden voelt en zich vrij voelt om te mixen en te matchen. Aan religieuze identificatie is steeds minder behoefte. Een christen die yoga beoefent, een katholiek die aan de ramadan meedoet of een moslim die tevens boeddhist is: het wordt steeds normaler."

Ziet u verschillen als het gaat om religies? 

„Sommige geloven leggen er meer de nadruk op dat je je helemaal geeft aan één traditie. Dat je helemaal toegewijd bent. Buitenreligieuze activiteiten worden gezien als vreemdgaan, of als oppervlakkig; alsof je de leuke dingen eruit pikt en je niet werkelijk committeert. Bij het boeddhisme is het heel gewoon, bij de islam ligt het moeilijker: daar wordt het eerder gezien als een soort ontrouw. Binnen het christendom verschilt het erg: voor orthodoxe christenen kan het niet, vrijzinnigen vinden het normaler."

Is het ook niet een kwestie van wat voor activiteiten iemand naast zijn of haar religie heeft? 

„Zeker, er zijn allerlei gradaties. De ramadan is gevoelsmatig echt verbonden met de islam. Yoga daarentegen kun je ook beoefenen als gymnastiek. Daar is niet per se iets religieus aan. Je ziet wel dat mensen die met yoga beginnen na verloop van tijd geïnteresseerd raken in de chakra’s en karma. Het krijgt dan steeds meer met zingeving te maken."

„Als je aan mensen die ayahuasca drinken, vraagt of ze in God geloven, zeggen ze: dat maakt niet uit, daar gaat het niet om."

Zijn er nog meer trends die u ziet als het gaat om het beleven van religie?

„Religiositeit wordt een breder begrip. Iets waarvan je denkt dat het niet religieus is, zoals het drinken van ayahuasca (een hallucinogene drank, red.) wordt wel als religie en religiositeit beoefend. Als je aan mensen die ayahuasca drinken, vraagt of ze in God geloven, zeggen ze: dat maakt niet uit, daar gaat het niet om. Het gaat om iets beoefenen en daarin verbinding zoeken."

„Veel mensen zeggen: religieus zijn betekent geloven in God. Maar dan zouden boeddhisten niet religieus zijn. Eigenlijk gaat religie niet om geloven of niet geloven dat God bestaat, religie is het beoefenen van praktijken waarmee je je probeert te verbinden met bovenmenselijke krachten. Hoe je dat ook verder invult: God, Allah, moeder natuur of de Tao. Het beleven van iets hogers in het algemeen is wat voor mij religie is."

A


„Ook al wordt religiositeit een breder begrip, je ziet het nauwelijks terug in de media. Het valt me op dat religie bijna nooit aan bod komt tijdens talkshows. Alsof het niet past in de wereld van de weldenkende mens. Alsof religieus zijn een curiositeit is, niet helemaal jofel is. Alleen bij onderwerpen als vaccinaties en Staphorst speelt religie een rol. Dat vind ik jammer."

Is uw onderzoek naar religie en spiritualiteit ontsproten uit uw eigen ervaring?

„Zeker. Ik was een vroom katholiek jongetje, maar op mijn zestiende begon ik te twijfelen. Ik kwam via een klasgenoot in aanraking met het boeddhisme en mediteren. Ik vond het mediteren een openbaring. Het voelde als iets dat ik nooit eerder ervaren had. Het bracht me innerlijke rust, een manier om naar mezelf te kijken. Niet gelijk uit de bocht te vliegen bij heftige emoties, minder een pingpongbal die door conditioneringen en patronen werd ingesnoerd."

„Ik besloot mijn katholieke geloof aan de kant te zetten en werd op mijn achttiende overtuigd boeddhist. Een aantal jaar daarna kwam ik in aanraking met de charismatische Amerikaanse spirituele leider Andrew Cohen. Ik verhuisde voor hem en zijn nieuwe religieuze geloofsgemeenschap naar Amerika en heb elf jaar in zijn beweging gezeten. Tot ik op mijn 35e gedesillusioneerd en ongelovig terug naar Nederland kwam."

„Ik voelde steeds meer dat het niet klopte, dat het niet oké was."

Wat maakte dat u uit die gemeenschap stapte?

„Andrew ontpopte zich tot een autoritaire leider die geen kritiek kon verdragen en zijn ideeën oplegde aan de studenten. Er was steeds minder ruimte voor mijn eigen individualiteit. Als ik daar iets van zei, hoorde ik: ‘Ja, maar het gaat er juist om dat je je ego aan de kant zet’. Ik voelde steeds meer dat het niet klopte, dat het niet oké was. Het borrelde al tijden. Op een gegeven moment brak het elastiekje. Zoals een slecht huwelijk jarenlang kan voortduren, was het op een gegeven moment klaar."

Waar kan het fout gaan binnen zo’n gemeenschap?

„In mijn boek Goeroes en charisma schrijf ik over waar het fout gaat. Of het goed gaat of niet heeft te maken met de leider. Soms krijgt hij het hoog in de bol, denkt hij dat hij zelf God is of voelt zich onaantastbaar. Maar ook de volgelingen kunnen soms de leraar kritiekloos idealiseren en hem op een voetstuk plaatsen. Dat leidt tot ongezonde dynamieken. Je ziet het in allerlei organisaties die te maken hebben met leiderschap."

„Een tijd lang leefde ik het leven van een yup. Inclusief rode sportauto en mooi appartement in Amsterdam."

U was dus al eerder uw katholieke geloof verloren. Toen ook nog uw boeddhistische geloof. Hoe was dat voor u?

„Pittig. Ik keerde me af van alles wat met religie te maken had. Toen ben ik bij een grote Nederlandse bank gaan werken. Een tijd lang leefde ik het leven van een yup (young urban professional, red.). Inclusief rode sportauto en mooi appartement in Amsterdam. Tijdens de crash van 2001 stortte de internetsector in elkaar en dat vond ik een goed moment om te erkennen dat ik helemaal niet gelukkig was. Toen ben ik gaan promoveren op Nietzsche en het boeddhisme. Dat had niet alleen een rationele insteek, ik verlangde ook naar iets hogers."

„Tijdens het schrijven van mijn proefschrift ben ik ook weer gaan mediteren. Zen houdt in: je hoeft nergens in te geloven. Ga maar gewoon zitten op een kussentje en mediteer. Er is geen doel. De weg en het doel zijn één. Als je zenmeditatie doet, en je gaat de stilte in, dan creëer je een soort ontvankelijkheid waarin je spirituele pad zich kan voltrekken."

„Toen ik achttien was dacht ik: ik ruil mijn katholieke geloof in voor het boeddhisme. Een soort bekering. Later ben ik gaan zien: het gaat niet om dit of dat. Het is oké om elementen te combineren. En als iets blijkt tegen te vallen, in bijvoorbeeld het boeddhisme, betekent het dat niet alles weg moet. Ik vond dus de weg terug naar het zenboeddhisme en daarna ook naar het katholicisme. Zo werd ik zelf iemand die uit meerdere religieuze tradities put."

Wordt u als zenleraar ook wel eens bevraagd als een wijze spirituele man die alle antwoorden heeft?

„Ja, maar dat probeer ik zo snel mogelijk te ontmoedigen. Ik heb meegemaakt hoe het uit de hand kan lopen als iemand daar gretig in meegaat. Ik begrijp het mechanisme erachter wel. Mensen hebben behoefte om naar iemand op te kijken. Dat er iemand is die de antwoorden heeft. Ik probeer dat los te koppelen van mijn eigen gevoel. Want als je dat persoonlijk gaat nemen, begeef je je op glad ijs. Ik zie mezelf eerder als doorgeefluik."