Nadia Dominci, verbonden aan de Faculteit der Gedrags- en Bewegingswetenschappen, doet onderzoek naar de eerste stapjes van de allerkleinsten. Ze bestudeert het hoe, wanneer en waarom baby’s letterlijk op eigen benen leren staan. Het bijzondere onderzoek kwam ook bij Netflix op de radar, en zo kwam haar onderzoek onder de aandacht bij een miljoenenpubliek. “Zelfs mijn grootouders snappen nu wat ik doe.”
Vertel, waar komt de nieuwsgierigheid voor de ontwikkeling van de loopmotoriek bij baby’s vandaan?
“Jaren geleden, in het lab waar ik toen werkte, ontstond bij mij voor het eerst het idee om kinderen te bestuderen en dan met name het moment waarop ze voor het eerst onafhankelijk gaan lopen. Vanaf dat moment werd ik echt verliefd op het onderwerp. Het huidige onderzoek van onze onderzoeksgroep richt zich eigenlijk op twee hoofdlijnen: de eerste is het bestuderen van kinderen die gezond ter wereld komen, en hoe ze zich normaal ontwikkelen in hun motoriek en wat er gebeurt wanneer ze ongeveer één jaar zijn en beginnen te lopen. De tweede lijn gaat over kinderen die problemen hebben gehad bij de geboorte, met name in het brein, en hoe ze motorieke problemen ontwikkelen die zich daartoe verhouden. In de praktijk komt dat vaak neer op kinderen met hersenverlamming.”
Hoe is het om getuige te zijn van deze belangrijke mijlpaal?
“Het is niet altijd makkelijk, maar het is fantastisch om die eerste stapjes te kunnen vastleggen. We vragen veel van de ouders; om meerdere malen in het lab te zijn, om het belang van het onderzoek in te zien, maar ook om onmiddellijk naar het lab te komen wanneer hun baby’s de eerste paar stapjes ‘los’ zetten. Tegelijkertijd is het ook heel bijzonder om daarbij aanwezig te zijn. Je zíet bijna de vastberadenheid bij de baby’s; ze willen echt lopen. Ik heb zelf ook twee kinderen. Voordat de mijne gingen lopen, had ik al meerdere momenten vastgelegd van baby’s die hun eerste stapjes zetten. Ik dacht bij mijn kinderen: ‘Ik weet hoe het werkt, ik weet al wat er gaat gebeuren.’ En tóch blijft het een emotioneel moment, je maakt – net zoals alle andere ouders – meteen een video.”
“Je zíet de vastberadenheid bij de baby’s”
Je onderzoekspersonen zijn baby’s. Dat lijkt me niet altijd even makkelijk?
“We willen zoveel mogelijk vastleggen, tegelijkertijd heb je ook te maken met een kind. Je moet ze toch proberen te vermaken, zij moeten het zien als een spelletje. Het is ook een belangrijk aspect van mijn baan om goed contact met de ouders te hebben, maar ook om te beseffen dat ik een onderdeel ben van hún verhaal. En als de baby dan de eerste stappen zet, glijdt de vermoeidheid van alle onderzoekers even weg en zie je de opluchting. Om daarbij aanwezig te zijn, is een magisch moment.”
Wat zijn de eerste bevindingen uit het onderzoek?
“We zijn nu bezig om data te analyseren en daarin zie je dat alles met elkaar in verbinding staat. We kwamen erachter dat baby’s die pas drie of vier dagen oud zijn, al een soort looppatroon kunnen laten zien. We tillen ze dan op en helpen ze om die loopbeweging na te bootsen. Dat is een reflex die er dus al sinds onze geboorte in zit. Het lijkt misschien alsof baby’s niets doen, maar er gebeurt ondertussen zóveel.”
“Je gaat op een andere manier naar een baby kijken”
Je bent te zien in de Netflix-documentaire ‘Babies’. Hoe was dat om aan mee te werken?
“Best gek. Netflix stuurde me een e-mail dat ze een documentaire over baby’s aan het maken waren en dat ze mijn onderzoek hadden gevonden. Of ik wat informatie wilde opsturen over het onderzoek dat ik aan het doen was. De aflevering heet – heel toepasselijk – ‘First Steps’. Van tevoren waarschuwde ik dat het onderzoek met de baby’s soms werkt, maar soms ook niet. Dat hangt af van de baby en van het moment. Toen ze kwamen filmen hadden we een dreumes in het lab van één jaar. Hij was net begonnen met lopen en was toevallig de zoon van een van mijn PhD-studenten. Het was het perfecte moment: ze legden precies vast dat hij los begon te lopen.”
Heb je veel reacties gehad op de documentaire?
“Normaal gesproken praat je alleen over je onderzoek met je wetenschappelijke collega’s in een wetenschappelijke context. Maar dankzij de documentaire ben ik erachter gekomen dat het juist heel belangrijk is om het onderzoek ook te delen met íedereen, met vaders, moeders, met het ‘gewone publiek’. Je gaat op een andere manier naar een baby kijken; er is een reden achter de mijlpalen en achter de letterlijke stapjes die ze nemen.”
Wat zou je in de toekomst nog willen doen?
“Mijn droom is om compleet te begrijpen wat ervoor zorgt dat een baby begint met lopen, wat wij daaraan kunnen bijdragen en hoe we vervolgens een speciale interventie kunnen uitvoeren bij jonge baby’s met bijvoorbeeld hersenverlamming, zodat we ze al jong kunnen helpen om te leren lopen. Ik wil begrijpen wat er dan gebeurt en mijn kennis inzetten om het leven van anderen te verbeteren, dat is mijn drijfveer.”