Ze besloot haar baan bij een groot Amsterdams advocatenkantoor op te zeggen om zich vier jaar lang te kunnen onderdompelen in haar eigen onderzoek. Het was nu of nooit voor Soraya Bou-Sfia (27). “Promotieplaatsen zijn schaars, dit was de ultieme kans om na mijn studie te kunnen promoveren.”
Waarom wilde je promoveren? “Bij Loyens & Loeff (advocaten- en notariskantoor op de Amsterdamse Zuidas, red.) werkte ik als werkstudent, toen ik bij de Universiteit Utrecht een vacature voorbij zag komen voor een promotieplaats binnen het familierecht. Ik houd ervan om heel grondig met een onderwerp bezig te zijn, en iets tot in detail uit te zoeken. Ook merkte ik tijdens mijn studie dat mijn hart bij het familierecht ligt. Promoveren leek me daarom echt iets voor mij, en in mijn ogen was dit de ultieme kans om dit na mijn studie te kunnen gaan doen. Ik zou gek zijn als ik het niet probeer, dacht ik. Toch was het een moeilijke beslissing, ik moest kiezen uit twee uitersten. Ik werkte al twee jaar bij Loyens & Loeff, kende veel mensen en het voelde vertrouwd. Maar promoveren is zo bijzonder. Ik kan in grote mate zelf bepalen wat voor onderzoek ik doe, hoe mijn werkdagen eruit zien en krijg ook nog eens betaald om op deze manier bij te dragen aan de wetenschap. Over vier jaar ligt er een dissertatie. Daarin hoop ik iets meer inzicht te kunnen geven over hoe we een onduidelijke term in ons rechtsstelsel zouden moeten begrijpen.”
‘Ik zou gek zijn als ik het niet probeer, dacht ik. Toch was het een moeilijke beslissing’
Je doet onderzoek naar de bescherming van de identiteit van kinderen vanuit mensenrechtelijk en nationaal familierechtelijk perspectief. Wat houdt dit concreet in? “Identiteit is een vaag begrip, ook in het recht. Het blijkt namelijk niet duidelijk te zijn hoe we dit begrip vanuit een juridische invalshoek moeten interpreteren, terwijl er wel duidelijke aanknopingspunten zijn dat we binnen het recht ‘iets’ met identiteit moeten. Er blijkt zelfs een internationaal recht op identiteit te bestaan. Maar wat hebben we eraan dat dit recht wordt beschermd, als niet duidelijk is wat het omvat? Ik kijk onder meer naar wat er internationaal is vastgelegd en hoe dat in het familierecht tot uitdrukking komt, zowel in de boeken als in de praktijk.
Kun je een voorbeeld geven van een zaak waarin dit onderwerp naar voren komt? “Een zaak die binnen mijn onderzoek zou kunnen vallen, is de zaak overhet Turkse jongetje Yunus. In 2007 werd hij in Nederland uit huis geplaatst en kwam, tot ontsteltenis van zijn Turkse en islamitische ouders, bij een lesbisch stel terecht. Identiteit, cultuur, religie zijn belangrijke componenten die in deze rechtszaak meespelen. Wat moeten we hiermee binnen ons familierecht?”
‘Identiteit, cultuur, religie zijn belangrijke componenten die in deze rechtszaak meespelen’
Hoe ben je op dit onderwerp gekomen? “Inmiddels werk ik een half jaar bij de Universiteit Utrecht en ben sindsdien een tijd bezig geweest met de vraag wat te onderzoeken. Ik solliciteerde niet op een vastgesteld onderzoeksvoorstel, en krijg veel vrijheid om te kijken in welk onderwerp ik mij komende jaren wil verdiepen. Mijn interesse ligt in het familierecht, mensen en relaties; daar kan ik me een goede voorstelling bij maken en het gaat – anders dan commerciële belangen – écht ergens om. De thema’s naamswijziging, nationaliteit, cultuur, religie, transgender-vraagstukken spraken me meteen erg aan. Een collega wees me erop dat dit allemaal te maken had met identiteit. Toen ik verder zocht, bleek dat het recht van een kind op identiteit is vastgelegd. Dit leidde tot allerlei vragen, waarop ik zo snel geen antwoord kon vinden. Die zoektocht heb ik sindsdien niet meer los kunnen laten..”
In hoeverre raakt dit thema je eigen achtergrond? “Interesses komen vaak mede voort uit je eigen ervaringen en verleden, denk ik. Mijn moeder is Nederlandse en mijn vader Marokkaans en zij zijn gescheiden tijdens mijn puberteit. Een ingrijpende gebeurtenis, waarbij ik als kind gehoord wilde worden over de omgangsregeling. Ik was mondig, dus kon mijn zegje doen, maar ik kan me voorstellen dat niet alle kinderen dat kunnen of de kans daartoe krijgen. De mening en ideeën van een kind moeten meegenomen worden, ze maken alles – ook de gevolgen van een uitspraak – van dichtbij mee. Het is belangrijk dat mensen zich inzetten en de stem van een kind naar voren laten komen in een procedure. Kinderen hebben recht op bescherming van hun identiteit, ik wil voor hen uitzoeken wat dit betekent.”
‘Kinderen hebben recht op bescherming van hun identiteit, ik wil voor hen uitzoeken wat dit betekent’
Hoe zien jouw dagen op de universiteit er momenteel uit?“Vooral veel lezen, artikelen zoeken en in de bibliotheek struinen. Afgelopen zomer ben ik gestart met een jurisprudentie onderzoek, op zoek naar relevante uitspraken van het Europese Hof van de Rechten van de Mens om te kijken wat zij over de bescherming van identiteit naar voren brengen. Alles in kaart brengen, categoriseren en samenvatten.”
Hoe bevalt dit werk tot nu toe? “Het is echt een zelfstandig proces. Ik vind het leuk om me te verliezen in bepaalde vraagstukken en alles tot in de puntjes uit te pluizen, te onderzoeken en te controleren. Het is heerlijk rustig werken, zonder afleiding van telefoon, mailtjes of afspraken. Soms plan ik een koffieafspraak in om mijn collega’s beter te leren kennen, want promoveren is soms best een eenzaam bestaan. Het is enerzijds geweldig om zoveel vrijheid te krijgen, maar af en toe ook moeilijk hoor.”
Wat vind je precies lastig? “Het is soms zwemmen, dan heb ik het idee niet vooruit te komen. Ik presteer niet elke dag iets zichtbaars, terwijl je daar juist een voldaan gevoel van krijgt. Maar ik focus, en geniet van wat ik doe, want op lange termijn hoop ik wel iets neer te zetten. Het draagt uiteindelijk allemaal bij aan mijn proefschrift, en het is natuurlijk geweldig dat dit kan. Verzin maar een andere baan waar je de hele dag kunt lezen wat je wilt en niemand zegt wat je moet doen. Maar soms snakte ik wel naar zekerheid en houvast. Dan riep ik naar mijn promotoren: ‘Please, zeg me wat ik moet doen.’ Maar zij vinden het belangrijk dat ik de tijd neem en onderzoek ga doen dat bij mij past. Veel promovendi stoppen er voortijdig mee, omdat het onderwerp toch onvoldoende aanspreekt. Dat willen mijn promotoren voorkomen.”
Als student was je actief. Je rondde vier rechtenstudies aan de VU af en had intussen bijbanen, bestuursfuncties en vrijwilligerswerk. Hoe kunnen studenten zich optimaal ontplooien? “Ik denk dat het belangrijk is dat je tijdens je studie nagaat welk rechtsgebied je leuk vindt en hoe je met het recht bezig wil zijn, want er zijn zoveel verschillende manieren. Kijk verder dan alleen de stof in je boeken. Dat leverde mij veel leuke momenten, ervaring en een groot netwerk op. Overigens bouwde ik niet bewust aan een cv, ik deed het allemaal omdat ik het leuk vond mee te denken en mijn mening te geven. Ik geloof dat wat je met enthousiasme doet, je verder kan helpen. Dat straal je uit en mensen zien dat.”
Soraya Bou-Sfia
1989 geboren te Dordrecht | 2007-2012 Vrije Universiteit, Bachelor Notarieel Recht en bachelor Rechtsgeleerdheid | 2012-2015 Vrije Universiteit, Master Rechtsgeleerdheid (privaatrecht) en Master Notarieel Recht | 2008- 2010 Vrije Universiteit, faculteit der Rechtsgeleerdheid, mentoraat | 2010 Korvinus Abeln Advocaten, receptionist | 2010-2012 Vrije Universiteit, faculteit der
Rechtsgeleerdheid, student-assistente Pensioenrecht| 2011-2013 Vrije Universiteit, faculteit der Rechtsgeleerdheid, bureau communicatie, studievoorlichter Rechtsgeleerdheid en Notarieel Recht | 2013 Loyens & Loeff Amsterdam, afd. algemene notariële praktijk, studentstagiaire | 2012-2014 Vrije Universiteit, faculteit der Rechtsgeleerdheid, bureau onderwijs, student-assistente| 2014 Rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, sectie Familie & Jeugd, studentstagiaire | 2014-2016 Loyens & Loeff, afd. Vastgoed, werkstudente | 2016 – heden Utrecht University, promovenda.