Dicht bij de macht
Ik schrijf niet zomaar op deze plek, ik ben er voor gevraagd. Of de uitbater van deze site had foto’s uit mijn priveleven die ik liever niet in de public eye weerspiegeld zie, en zij beloofde die foto’s voor zichzelf te houden als ik gewoon netjes vier keer per jaar een column aanleverde, dat kan natuurlijk ook, maar zeg nou zelf…..zou u zoiets aan de Vrije Universiteit verwachten?! Dit was een retorische vraag.
Ik mag op deze plek schrijven omdat ik ooit studeerde aan de VU, ik meen me te herinneren dat dat vanaf september 1981 was. En dan voor een jaar of zes. In welke tijd ik wel meerdere studies niet helemaal heb afgerond, en een feitelijk wel. Vandaar dat mijn kinderen me doctorandus noemen. En ik drie pogingen nodig had dat woord correct te spellen. Aan allilumnis begint ik nie eens!
Het zou me niets tot weinig verbazen als vele studenten die met mij de universiteit en de collegezalen deelden geen idee hebben dat ik er (ook) was, en voor hoogleraren geldt minimaal hetzelfde. Ik was onopvallend, en voelde me daar goed bij. Ik was er als het echt moest, deed wat ik geacht werd te doen, probeerde geregeld een tentamen met succes af te ronden, en als dat allemaal niet aan de hand was, trainde ik op mijn hardloopschoentjes of rustte uit van de meest recente stevige duurloop of intervallen. Ik was de witte Keniaan van Buitenveldert, maar puur en alleen in mijn eigen fantasie.
Er zijn mensen, zeker op een institute of higher learning, zoals onze voormalige vrienden uit het Verenigd Koninkrijk zo mooi kunnen zeggen, waarvan iedereen verwacht dat ze het ver gaan schoppen. Omdat ze uitblinken, opvallen, de leiding nemen en een vader hebben met contacten in de hoogste echelons van het bedrijfsleven, of met Limburgse bestuurders natuurlijk. Mensen waarvan je bijna zeker weet dat ze een afzichtelijke stropdas gaan dragen en een bijpassend financieel instituut gaan leiden, mensen waarvan je het Christen-Democratische mantelpakje al ziet plooien, en de plek in het parlement of de regering zelfs eigenlijk ook wel. Ik was zeker niet zo iemand. Hoewel ik wel eens zo een mantelpakje aan heb gehad, maar laten we nou niet weer over die bovengenoemde foto’s beginnen.
En toch, en toch…
Ondanks mijn tekortschietende academische prestaties, ondanks mijn gebrek aan aanwezigheid en uitstraling in mijn studiejaren, ondanks een vader zonder enige nuttige contacten, ondanks alles eigenlijk, vond ik mezelf eerder dit jaar toch dichter bij de macht terug dan iemand ooit verwacht zou hebben. Tijdens het Correspondents Dinner in de Beurs van Berlage zat ik aan een tafel met een succesvolle mediatycoon en zijn vrouw, met een Europees liberaal kopstuk die multinationals all over the world doet sidderen, met de meest succesvolle actrice van Nederland, met een prijswinnend journalist, met een graag gezien televisiepresentator, met een vertegenwoordiger van de RVD en er zat nog iemand….oh ja, de Minister-President. Gaaf, toch?!
Ik realiseerde me onlangs dat ik veel mensen ken die studeerden, vaak ook met meer (sneller) succes dan ik, maar ook dat ik niemand ken die werkt in het verlengde van die studie. Iedereen komt uiteindelijk ergens anders, of in iets anders, terecht. Waarmee die studie echt niet weggegooid is. Je leert, ik leerde, van alles tijdens die jaren aan de universiteit. Maar het leven bepaalt waar je uitkomt, niet je bul, je stropdas, je mantelpakje. En in mijn geval is dat dus die diner-tafel. En deze plek.