Diggy Dex, oftewel Koen Jansen (39), studeerde sociaal-culturele wetenschappen aan de VU en ontpopte zich tegelijkertijd als succesvolle rapper. Hij scoorde onder meer de hit ‘Slaap lekker’, bracht een dichtbundel uit en mocht afgelopen Koningsdag voor het Koningshuis optreden.
Waarom koos je voor sociaal-culturele wetenschappen?
„Ik had een grote interesse voor sociologie, antropologie en filosofie en deze studie leek een soort allegaartje. Ik wilde graag weten hoe de maatschappij werkt en hoe het systeem is opgebouwd. Tegelijkertijd was ik op zoek naar antwoorden op zingevingsvragen. Achteraf was het een naïef idee dat op de universiteit de antwoorden des levens lagen. Deels wel, maar deels ook niet. Wat mij teleurstelde was dat de academische wereld een op zichzelf staande wereld was."
Hoe zag jouw studententijd eruit?
„Er was weinig aanwezigheidsplicht. Als je je tentamens maar haalde was het oké. Mijn tijd ging dus vooral op aan muziek en het studentenleven. Een paar dagen voor het tentamen ging ik gauw op zoek naar een samenvatting. Het waren nog de mooie tijden van het leenstelsel. De laatste twee jaar heb ik weinig uitgevoerd en was ik vooral met muziek bezig. Toen ik een brief kreeg dat ik anders vakken opnieuw moest doen, heb ik maar gauw mijn scriptie afgemaakt. Mijn begeleider - Theo Schuyt - was een fijne docent en op mijn afstuderen heeft hij zelfs nog een rap gemaakt."
'Na college was ik blij dat ik weer naar Amersfoort kon om muziek te maken'
Was het een en al rock and roll?
„Was het maar zo’n feest. Tijdens mijn studie was ik nog niet bekend. Ik stond weleens in de Paradiso, maar het was vooral een hobby. Hiphop was toen nog een vreemde eend in de bijt. Maar waar andere studenten na college doorgingen naar een studievereniging of de roeiclub, was ik blij dat ik weer naar Amersfoort kon om muziek te maken. Dat was als het ware mijn studentenvereniging."
Heeft de inhoud van de studie jouw muziek beïnvloed?
„Het heeft het zeker aangewakkerd, maar ik ben altijd een filosofisch aangelegde jongen geweest. Dat zie je terug in mijn muziek. Een constante zijn zingevingsvragen. Dat klinkt religieus, maar muziek is voor mij een verbinding. Muziek en taal als een middel om mijn gedachten te delen. In mijn liedjes behandel ik maatschappelijke thema’s – hoewel dat best een uitdaging is in drie minuten. Mijn liedjes hebben in elk geval een bepaalde noodzaak: het moet mij raken en het gevoel geven dat de hele wereld het ook moet horen."
Je moeder was lerares Nederlands, is daardoor jouw liefde voor taal ontstaan?
„Absoluut. Ze nam mij wekelijks mee naar de bibliotheek. Ik heb even getwijfeld om ook Nederlands te studeren, maar zag mezelf toch niet over een 16e-eeuws manuscript gebogen. Ik ben dol op taal maar als middel. Het wonderlijke van taal is dat bepaalde woorden een gevoel kunnen overbrengen als ze goed gecombineerd zijn. Net als een melodie."
Wat was het bijzonderste dat je mocht doen?
„Twee jaar geleden stond ik voor het eerst in Carré. Die zaal is zo mooi en het had iets magisch om daar zelf te staan. Maar ook bijzonder was toen ik op de uitvaart van drie slachtoffers van de ramp met MH17 mocht spelen. Een vader die zijn drie dochters had verloren vroeg of ik het nummer Sterren tellen wilde spelen. Het was een indrukwekkende dag. Tijdens die uitvaart dacht ik erover na welk nummer ik zelf op mijn eigen uitvaart zou willen hebben. Dat werd Treur niet (Ode aan het leven)."
'Mijn maat zei: ‘Jij bent Dex. Diggy Dex.'
Nog steeds?
„Ja zeker. Daar ga ik niet aan ontkomen. Die gaat wel gedraaid of uitgevoerd worden door iemand. Hoe precies mogen mijn nabestaanden beslissen."
Heeft je artiestennaam eigenlijk ook een diepere betekenis?
„Ik moet je helaas teleurstellen. Diggy Dex is ooit bedacht toen ik met een vriend voor de lol rapte. We luisterden veel naar de Osdorp Posse en die rappers heten Def-P en Ijsblok. Vanzelfsprekend hadden wij dus ook een alias nodig. Mijn maat zei uit het niets: ‘Jij bent Dex. Diggy Dex.’ De rest is geschiedenis."