Foto: GreatGraphic

HANDLEIDING VOOR JE PUBER TIENER

Rianne Lindhout25 November 2016

De peutertijd vond ik al moeilijk, tegen de puberteit van mijn kinderen zie ik op als een tegen een berg. Als ik die achter-het-behang-plakverhalen van andere ouders hoor… Volgens VU-hoogleraar neuropsychologie Jelle Jolles kan het ook anders. ‘Als volwassenen de veranderingen in de tienertijd beter herkennen en begrijpen, kunnen zij én de tieners meer plezier beleven aan die anders zo moeizame tijd.’ Hij legt het haarfijn uit in zijn nieuwe boek Het tienerbrein.

Tiener of adolescent, maar niet puber. Dat laatste wordt volgens universiteitshoogleraar Jelle Jolles – die zelf een volwassen dochter en zoon heeft – vaak negatief en wat denigrerend bedoeld. Ook gaat het woord puberteit officieel alleen om lichamelijke en geslachtelijke rijping, die meestal rond het vijftiende, zestiende jaar wel afgerond is. Daarom gaat het in het boek Het tienerbrein over tieners, of nog beter: adolescenten. Het brein is namelijk pas uitgerijpt als je 23 of wel 25 jaar bent, is sinds een paar jaar bekend.

Bijna zoals een rups verpopt tot vlinder, verbreint je kind zich tot een volwassene. Hopelijk tot een zelfstandig, actief en ondernemend persoon die veel gedragsopties heeft ervaren en daaruit de beste kan kiezen. Tot iemand die kansen en mogelijkheden optimaal benut en weerstand biedt aan groepsdruk, verlokkingen en bedreigingen. Jolles vertelt dat we niet lijdzaam moeten afwachten tot de hersenen eraan toe zijn, maar de ontwikkeling van al die vaardigheden voortdurend actief kunnen stimuleren. Dat is zijn neuropsychologische invalshoek: het gaat Jolles niet zozeer om praten met je tiener in psychologische of pedagogische zin. Het gaat hem erom dat je je kind helpt om hersenfuncties te ontwikkelen: gericht denken en empathie. Dan pas kan het goed leren oordelen over situaties, over anderen en over zichzelf.

Wat als die meneer een briefje van vijftig verliest?

Dat is een mooi vergezicht. Concreet gaan we in dit artikel in op het verbieden van dingen die écht niet kunnen, gedoe met leren, hoe je empathie kunt stimuleren, eeuwige discussies die vaak een stuk gezelliger kunnen en het struikelen over kleding, tassen en schoenen dat tienerhuishoudens helaas vaak kenmerkt.

Eerst wat belangrijke algemene adviezen uit het boek die de breinontwikkeling helpen stimuleren en zo ergernis en leed kunnen voorkomen:

• Stel ‘denk-stimulerende vragen’, daar leren ze veel van. ‘Wat zou er gebeuren als jij niet wordt uitgenodigd voor dat feestje? Wat zou je doen als die meneer een briefje van vijftig verliest? Wat doe je als Paul na al dat cyberpesten niet meer naar school komt? Waarom is deze leerstof belangrijk?’ Mentale beelden leren hen gedragsopties en wat de gevolgen ervan zijn.

Structuur

• Laat ze hun gevoelens verwoorden, laat ze praten over hun zorgen en angsten over de veranderingen van hun lichaam. Help ze die onder woorden te brengen, neem zorgen over hun uiterlijk serieus, luister ernaar en wuif ze niet te snel weg. Probeer hun perspectief in te nemen.

•Tieners hebben gewoonlijk een totaal andere voorstelling van zaken. Wat versta je onder ‘opgeruimd’? Wat stellen jullie je voor bij ‘een goed cijfer’? Wat is de betekenis van ‘leuk’ of ‘waardevol’? Praat daarover.

• Begrijp dat je van tieners nog niet kunt verwachten dat ze denken en kiezen als een volwassene. Ook als ze er volwassen uitzien. Ze kunnen het niet allemaal zelf en hebben baat bij structuur en voorbeelden.

• Geef inzicht. Ze hebben interesse in wat er gebeurt in hun lichaam en in hun sociale gedrag en hoe dat samenhangt met hun denken en cognitieve ontwikkeling.

• Besef dat het bij de tienertijd hoort om te rebelleren, soms tot na het twintigste jaar. Dat vraagt hun brein van hen, ze moeten andere routes lopen dan hun ouders en ook afstand van jou nemen. Je hoeft het niet altijd te accepteren: geef duidelijkheid over dingen die vanwege sociale regels of fysieke gevolgen onacceptabel zijn.

Steun, sturing en inspiratie moet je geven. Manager, coach, mentor en adviseur moet je zijn, steeds in wisselende verhoudingen. In het begin nadrukkelijk aanwezig als manager, later steeds vaker als vraagbaak op de achtergrond. Het is niet niks in onze ingewikkelde samenleving waarin jongeren veel meer keuzes moeten maken dan hun ouders en grootouders vroeger. Wanneer moet je haar streng aanpakken? Wanneer juist vrij laten of een inspirerend gesprek aangaan?

Benut ieder mogelijk interactiemoment, al heb je het druk en hij ook

Hoewel het begrijpelijk is dat je je ‘tiener’ zo af en toe het liefst ontloopt of voor de lieve vrede niet ingaat op mogelijke strijdpunten, adviseert Jolles ieder mogelijk interactiemoment te benutten. Ook al heb je het druk en je kind ook. ‘Samen eten? Samen theedrinken na schooltijd? Eens in de zoveel tijd een uur, een halve dag samen wat gezelligs doen?’, suggereert de auteur. Niet dat je dan de hele tijd sturend moet opvoeden of moeilijke dingen moet doorspreken, het gaat ook om ‘gezellig samen te frutten, wat te doen, intellectuele dingen uit te wisselen of gewoon lol te hebben. In deze tijd van druk, druk, druk is dat niet eenvoudig, maar quality time betaalt zich terug in vertrouwen en ook interesse in jou.’ Dat maakt het weer makkelijker om de noodzakelijke feedback te geven en je rol te spelen als manager, coach enzovoort.

Tenenkrommend risicogedrag

Stel voorwaarden

Nieuwe onderzoekstechnieken waarbij je scans kunt maken van actieve hersenen, hebben de laatste vijftien jaar veel nieuwe inzichten opgeleverd. Al in de vroege adolescentie ontwikkelt bijvoorbeeld het systeem dat betrokken is bij de belonende aspecten van risico’s. Het deel dat impulsen controleert, ontwikkelt zich los daarvan en het duurt nog even voordat die twee gaan samenwerken…. Dat verklaart het tenenkrommende risicogedrag van jongere tieners.

Alcohol, roken en drugs: verbieden + uitleg

In plaats van tandenknarsen en/of ontploffen, moet je proberen in gesprek zien te blijven over dat risicogedrag en tegelijk heel duidelijk zijn. Zonder helm op de brommer: nee. Van de spoorbrug springen de rivier in, nee. Daarnaast: de rijping van een tiener is sterk gebaat bij goede slaap en geen alcohol, nicotine en drugs. Dat is belangrijker dan we vroeger dachten. Dus ook daarin mag je streng zijn: duidelijke afspraken handhaven over wat wel en niet mag. ‘Zo gaan we het doen.’ Zaterdagnacht om drie uur thuis? Nee. Daarover kun je het beste heel uitgesproken zijn, dat is voor jullie allebei het makkelijkst. Wel uitleg erbij geven, die hij wegwuift, maar wel onthoudt. Vertel hoe slaap werkt, waarom het belangrijk is en welke factoren er invloed op hebben dat je goed slaapt. Schep ook voorwaarden voor een rustige avondbesteding en haal afleidende apparaten de slaapkamer uit.

Goede slaap en geen alcohol, nicotine en drugs: belangrijker dan we dachten

Ingewikkeld is het wel, want Jolles zegt ook: ‘Een open opvoedingsstijl lijkt voor de meeste tieners het beste te werken. Ook als je wordt geconfronteerd met problemen thuis of op school, die de vertrouwensrelatie verstoren, blijf je je als gesprekspartner opstellen en geef je feedback vanuit je inzichten in de ontwikkelingen van het tienerbrein.’

Geef inzicht

Tien heilige geboden

Jolles raadt aan een lijst met maximaal tien ‘heilige geboden’ te maken waarover niet te onderhandelen valt. Je band en het onderlinge respect moeten sowieso goed blijven. Buiten die heilige geboden moet je een beetje terughoudend zijn en niet te nadrukkelijk grenzen stellen, want ze zijn prima in staat om het tóch te doen. Zeker als het interessanter wordt juist omdat je het verboden hebt. Vertel waarom je kind zo’n interesse heeft in het verleggen van grenzen en het zoeken naar nieuwigheid. ‘Confronteer, stel vragen, daag uit en geef – binnen grenzen – informatie.’

Vroege en late adolescentie

Net als over hersenontwikkeling, kwam over cognitieve en neuropsychologische vaardigheden van adolescenten de laatste jaren ook veel aan het licht, met allerlei toepassingsmogelijkheden in opvoeding en onderwijs. Jolles zet de ontwikkeling van vele vaardigheden op een rij, daarbij onderscheid makend tussen vroeg-, midden- en laat-adolescentie: respectievelijk 10-14, 14-17 en vanaf 17 jaar.

Zo lees je dat de jonkies al behoorlijk goed zijn in bewegen en taal en dat hormonen en hersenrijping hen ‘verhoogd emotioneel’ maken. Zelfs laat-adolescenten, die al veel beter kunnen plannen en organiseren, zijn nog erg gevoelig voor de mening van de groep en nog helemaal niet zo vaardig in het maken van langetermijnkeuzes, zoals een opleiding. Ook begrijp je dat hun aandacht ligt bij nieuwe en uitdagende ervaringen. Hun nog onrijpe zenuwstelsel verklaart hun impulsieve en soms ongeremde gedrag. ‘Nee hoor pap, dat is niet gevaarlijk.’

Schoolinformatie wordt niet geliked

Onze hersenen zijn een leer- en vergeetmachine, beschrijft Jolles: je moet een heleboel informatie meteen weer wissen om met alle binnenkomende prikkels te kunnen omgaan. ‘Wat de hersenen niet liken, wordt actief buiten gehouden. En schoolse informatie wordt niet geliked, omdat het afleidt van de dingen waar het sommige adolescenten werkelijk om gaat: sociale informatie uit de peergroup.’

Zelfs laat-adolescenten zijn nog erg gevoelig voor de mening van de groep

Wat te doen als je kind niet wil leren, wat vaak voorkomt in de midden-adolescentie? ‘Het is niet kansloos, maar wel een hele klus, omdat dat gedrag al sterk bepaald is door eerdere leef- en leerervaringen’, schrijft Jolles. ‘Verdiep je in wat jouw tiener boeit en stel daarover vragen, en doe dat uit echte, niet uit geveinsde interesse. Kijk wat jullie kunnen doen om activiteiten te ontplooien en probeer zijn interesses te verbreden. Ook al heeft dat niet primair met school te maken.’ En spijbelen is niet oké, maar je kunt wel begrip hebben: sommige lessen zíjn ook saai. Vervolgens kan het een eyeopener zijn om met hem door te nemen waarom bepaalde lesstof waardevol kan zijn. ‘Leer de tiener zelfstandig te leren, dat betekent dat je hem coacht in hoe hij dat aan kan pakken. Geef feedback en tips, uitleg over dingen die hem afleiden van het leren en van wat hij bereiken wil.’

Tieners houden van debatteren…. Gebruik dat

Als je iets wilt van je kind, kun je dat misschien voor elkaar krijgen door in te spelen op haar nieuwe redeneervaardigheden:

• Tieners houden van redeneren en debatteren, maar zijn er nog niet zo goed in. Moedig ze aan, maar zorg dat je samen de gespreksregels opstelt. Dat voorkomt een frustrerend welles-nietes. Bedenk goed: jij hebt veel meer ervaring met taal. Hij is die aan het ontwikkelen.

Toon respect

• Wederzijds respect is essentieel. Respecteer een afwijkend standpunt, corrigeer nooit de logica en wees niet neerbuigend. Een goede strategie is om te vragen: ‘Interessant, hoe kom je bij deze gedachten of conclusie?’

• Tieners dagen je uit en hebben kritiek op volwassenen, maar ze hebben je feedback ook nodig. Al lachen ze je erom uit, ze onthouden je woorden wel en doen er meer mee dan je denkt. Neem het niet persoonlijk op.

• Stel structurerende vragen en breng de wijd uitlopende opinies en gedachten terug tot ‘waar we het ook alweer over hadden.’

• Tieners kunnen behoorlijk melodramatisch doen: ‘Dit is zóóó stom’. Glimlachen helpt, maar doe het niet neerbuigend. Help de tiener om afstand van je te nemen, want dat moet.

• Stel veel open vragen, die nodigen uit tot denken en debat en stimuleren om meerdere opties en hun consequenties te overzien.

• Neem het niet te serieus en zie het debat ook als een sociaal interactiemoment, een oefening voor je tiener en een kans om subtiele of directere feedback of inspiratie te geven. En: een tiener is scherp en kan je nieuwe invalshoeken en creatieve denkbeelden bezorgen. Probeer je houding te veranderen: het is leuk om met je tiener te spreken en zijn denkvaardigheden te ontwikkelen.

Ook al lachen ze je uit, ze doen meer met je woorden dan je denkt

Het gekke is dat tieners verstandiger kunnen overkomen dan ze zijn. Dat is omdat ze taal kunnen gebruiken die de ouder begrijpt en dat ze vaak heel goed weten welk gedrag er van hen verwacht wordt, terwijl de echte empathie nog ver te zoeken is. Tips om empathie en sociaal gedrag te helpen ontwikkelen:

• Bouw het emotionele vocabulaire op door woorden te gebruiken die emoties, gevoelens en intenties weergeven. ‘Jouw vriend lijkt heel boos/bedroefd/aangedaan/teneergeslagen…’ Wijs de tiener op non-verbaal gedrag rond gevoelens en bedoelingen van een ander.

• Geef ten aanzien van sociaal gedrag het voorbeeld in je gedachten, woorden en gedrag.

• Geef feedback, verwoord situaties en help gedrag in woorden te beschrijven. Laat ze reflecteren: ‘Waarom doet Lynn zo?’

Rondslingerende kleding, tassen en jassen

Goed, ik ga nu wat gesterkt de tienertijd tegemoet, al hoop ik dat de praktijk niet al te weerbarstig zal zijn. Navraag bij ouders die er al middenin zetten, leerde dat ze na het lezen van dit artikel nog dringend behoefte hadden aan de behandeling van één issue. Een moeder van een zestienjarige: “Hoe kan ik ermee omgaan dat tieners alleen met zichzelf bezig zijn? Je struikelt over kleding, tassen, jassen, schoenen, je blijft het vragen. Ze vergeten te zeggen dat ze weggaan, kunnen zich haast gedragen alsof ze in een hotel wonen. ‘Roep me maar voor het eten’, en voor de rest zie je ze niet.”

Inspireer

‘Zeer herkenbaar, voor bijna iedere ouder’, mailt Jolles hierover. ‘Er is maar één optie: al aan het eind van de kindertijd en vroege tienertijd duidelijk maken dat anderen er veel last van hebben. Je vergist je als je aanneemt dat ze dat toch zelf wel zullen zien, dat het toch logisch is. Nee, zulke kennis moeten ze verwerven. En dat kan alleen door feedback. Hoe vervelend ook, dat hoort bij het opvoeden. In eerste instantie vindt het kind het helemaal geen rommel (“Het is toch gewoon gezellig op mijn kamer?”), maar tieners zijn vaker redelijk dan je denkt. Het handigste is als er in de loop van de ontwikkeling regels komen die de taken en verantwoordelijkheden van ouders en kinderen verhelderen. Ook kinderen hebben een verantwoordelijkheid, al is het om te zorgen dat ouders in staat gesteld worden om hún taken goed uit te voeren. Jij kunt niet goed voor het eten zorgen, kinderen naar ballet brengen en zorgen dat er genoeg geld is als je ook nog de spullen van de kids moet opruimen, het broodtrommeltje vullen, de sporttas leeghalen enzovoort.’

Was die tennisspullen écht niet

Doe het vooral niet te lang zelf voor je kind, adviseert Jolles. ‘Die managende functie van de ouder moet liefst relatief vroeg in de tienertijd overgaan in de coachende functie. Als je toch doorgaat om de sores van je kind op te lossen, verlies je een leermoment voor hem/haar. Het is echt essentieel dat de tiener die feedback krijgt. Maak afspraken, en kom ze na: het is een goede ervaring als je tennisspullen die niet in de wasmand zaten ook echt niet wast, zodat je kind met vieze spullen weg moet.’

In zijn boek beschrijft Jolles het ideale verloop: ‘Langzaam maar zeker word je steeds meer vertrouweling en steeds minder opvoeder. De missie is geslaagd als het kind ergens in deze periode het huis verlaat met een rugzak vol ervaringen waarmee hij zijn talenten ten volle tot uitdrukking kan brengen. Dan is hij klaar om zijn eigen leven te kunnen leven. Met af en toe een retourtje naar het ouderlijk huis voor dat onmisbare advies of schouderklopje.’

Het tienerbrein

Heb je een interessant voorbeeld of wil je een hartenkreet slaken? Reageer hieronder.

Het tienerbrein – Over de adolescent tussen biologie en omgeving van Jelle Jolles, november 2016. 424 pagina’s, € 24,95. Uitgever: Amsterdam University Press.