Voorheen lagen de vondsten van hobbyarcheologen toch vooral te verstoffen op zolder. Sinds de oprichting van PAN (Portable Antiquities of the Netherlands: een online databank van vondsten van amateurarcheologen) hoeft dat niet langer. Leuk voor amateurarcheologen én nuttig voor de wetenschap, aldus hoogleraar archeologie Nico Roymans en onderzoeker aan de VU, Stijn Heeren.
Welke wetenschappelijke stappen zijn er gemaakt sinds de oprichting van PAN in 2017?
“Het is gebleken dat er in de vitrinekasten van private verzamelaars een schat aan munten, sieraden en resten van wapentuig staat. Er is een fantastische rijkdom aan vondstmateriaal bijgekomen. Voorheen deden we alleen ontdekkingen bij officiële opgravingen, of als er toevallig ergens een nieuwbouwwijk werd aangelegd. Nu hebben we een rijker beeld van al het materiaal in de bodem en van hoe dit verspreid is. Zo dachten we op grond van historische bronnen al dat de mensen uit het rivierengebied – de Bataven – actief betrokken waren bij het Romeinse leger. Alle metaalvondsten en fragmenten van wapens uit die tijd in dit gebied bevestigen dit nu."
Welke bijzondere vondsten zijn er gedaan?
“Onlangs zijn er in Limburg twee belangrijke Keltische schatvondsten gedaan. Ik kan aannemelijk maken dat die zilveren munten begraven zijn in de jaren 50 voor Christus, de periode van de gewelddadige Romeinse verovering door Caesar. We zien dat er in deze tijd een piek was in het begraven van muntschatten. Er was destijds een crisisperiode in dit gebied en we zien dat er in tijden van nood rijkdom wordt begraven."
Hoe kwam PAN tot stand?
“Sinds 2017 is het legaal om te zoeken met een metaaldetector. Daarvoor kon men vondsten nergens aanmelden. Men had immers formeel de wet overtreden. Het is belangrijk dat deze vondsten alsnog worden gedocumenteerd en beschreven. Het wetenschappelijk belang valt of staat met de documentatie van de precieze plek van de vondst en nu zijn de vinders nog in leven. Daarom zijn wij nu druk bezig alle vondsten in onze databank te plaatsen."
Mogen de vondsten door de vinder gehouden worden?
“Ja, wij inventariseren, beschrijven en fotograferen alleen. Wél moeten vinders zich aan bepaalde regels houden. Wanneer een vondst een grote financiële waarde heeft, moet de vinder de helft van de waarde van zijn of haar vondsten overdragen aan de eigenaar van de grond waarin de vondst werd gedaan."
Gouden Keltische munt van de stam der Treveri gevonden te Amby.
Vormt dat een bezwaar om vondsten te melden?
“Soms. De commerciële waarde is in zeldzame gevallen zo groot dat sommige vinders moeite hebben om de schat te delen. In de praktijk wordt er dan wel een oplossing gevonden door een financiële compensatie. Maar in zo’n geval hoop je eigenlijk dat het moreel kompas van de vinder juist is."
Hoeveel kunnen vondsten opbrengen?
“De meeste vondsten hebben vooral wetenschappelijke waarde. Vaak zijn het fragmenten en geen puntgave voorwerpen. Het is – commercieel gezien – niet veel waard, maar wetenschappelijk gezien des te meer. Bij gouden munten kan het wel behoorlijk oplopen. Als het nét toevallig een munt is die weinig geslagen is, dan kan die ene munt weleens meer waard zijn dan 10.000 euro. Maar dat is zeer uitzonderlijk."
Wat is de drijfveer van hobbyarcheologen?
“Het begint met de sensatie van het vinden, daarna vormt het object een puzzel. Wat is het? Waar komt het vandaan? Hoe oud is het? Het geeft een kick als je iets vindt dat meer dan duizend jaar oud is. Vinders zien hun puzzel graag opgelost."
Hoe vaak gaat u zelf nog gewapend met metaaldetector het land in?
Roymans barst in lachen uit: “Nooit. Ik heb mijn handen vol aan het bijhouden wat er allemaal in Nederland gevonden wordt. Hobbyarcheologen kunnen veel beter met zo’n detector overweg. Het is een vaardigheid apart. Je moet uit allerlei kleine signalen en geluiden voorspellen wát het is en hoe diep het ligt. Je kán trouwens ook zonder detector op bijzondere schatten stuiten. In het pre-detectortijdperk heb ik zelf ooit met het blote oog een gouden, Keltische munt gevonden op een akker. Of dat geluk was of dat ik er een oog voor heb, laat ik maar in het midden."