Ben Schwietert (24) leerde zwemmen in China en ging naar de Olympische Spelen in 2016. Nu traint hij in Slovenië, volgt hij vanuit daar de master financiële econometrie en hoopt hij er de volgende Spelen weer bij te zijn.
Hoe is je liefde voor zwemmen ontstaan?
„Vanwege mijn vaders werk heb ik altijd in het buitenland gewoond, waaronder negen jaar in China. Daar had ik een coach, Mr. Peng, en hij wist het zwemmen leuk te maken. In een 25-meterbad volgden we trainingen die vooral bestonden uit sprintjes. Daar bleek ik goed in te zijn. In het zwemmen ben je vrij in waar je mee bezig bent. Niemand kan tegen je praten en je bent erg op jezelf. Dat spreekt me aan. In het water ben ik het gelukkigst."
Wat is de reden dat je in Slovenië woont?
„In 2019 besloot ik weg te gaan bij het Nederlandse team. Mijn resultaten vielen een paar jaar op rij tegen en daarom wilde ik in het buitenland kijken wat mogelijk was om mijzelf te verbeteren. Mijn vriendin komt uit Slovenië en daar vond ik ook een fijne coach. Door Covid zit ik er inmiddels wat langer dan ik dacht. Negen keer per week train ik en daarnaast doe ik aan kracht- en landtraining. Mijn resultaten zijn het laatste jaar verbeterd. Het was nog niet goed genoeg voor de aankomende Spelen, maar ik heb vertrouwen in Parijs over drie jaar."
Was er een aantoonbare reden dat je destijds niet in vorm was?
„Het was niet één ding dat we konden veranderen om op het oude niveau te zitten, maar een combinatie van factoren waardoor ik in een dipje zat. Wat me soms vooral zwaar viel, is de combinatie topsport en mijn studie econometrie. Trainen en colleges volgen gaat nog wel, maar zodra wedstrijden en tentamens samenvallen, wordt het lastig. Momenteel schrijf ik mijn scriptie, dus over niet al te lange tijd hoop ik mijn studie af te ronden."
Bestaat er een link tussen econometrie en zwemmen?
„Het heeft zeker raakvlakken. Er wordt binnen het zwemmen ook steeds meer data verzameld. Het is lastiger dan bij hardlopen of fietsen, omdat alles in het water plaatsvindt en de technologie achterloopt op de andere sporten. We hebben hartslagmeters, verzamelen data over hoe lang je onder water blijft en hoe vaak je ademt per baan. Zo kunnen we tijdens de training monitoren of we vooruitgaan. Ik benader het zwemmen analytisch."
Wat is je mooiste herinnering aan de Olympische Spelen in 2016?
„Al vanaf jongs af aan dacht ik zo nu en dan aan de mogelijkheid van de Spelen. Als het dan uiteindelijk lukt, is het zo bijzonder. Ik weet nog dat ik in de voorstart, de periode net voordat je naar het zwembad loopt, in een klein kamertje stond met drie andere mannen. Klaar om de series van de 4x200 meter te zwemmen. Een halve minuut die ik zo intens meemaakte. Het is daardoor een beeld dat ik nooit meer vergeet."