Wytske van der Wagen stuitte toevallig op een studiegids van Criminologie. Sindsdien is ze niet meer weg te slaan uit het werkveld. ‘Bij de politie liep ik mee bij hennep-ontmantelacties en bij de Nederlandse ambassade in Moskou onderzocht ik de Russische georganiseerde misdaad.’
Wat doe je nu? “Voor tachtig procent ben ik promovendus bij de Rijksuniversiteit Groningen. Voor mijn proefschrift doe ik onderzoek naar cybercrime. En de overige twintig procent geef ik colleges en begeleid ik criminologiestudenten met hun scripties.”
En is dat leuk? “Vond je een scriptie schrijven niet leuk? Dan moet je nooit aan een promotietraject beginnen. Ik vind vier jaar lang aan mijn eigen onderzoek werken superleuk! Ik krijg de ruimte om echt de diepte in te gaan. Ik lees en leer veel over dingen die mij boeien.”
‘Na een hennep-ontmantelactie rook ik zo naar wiet dat ik me in de trein moest verantwoorden’
Ging solliciteren je gemakkelijk af? “Na mijn afstuderen begon ik meteen met solliciteren. Maar dat viel niet mee. Er waren maar weinig functies waardoor ik noodgedwongen werkte op een callcenter. En zelfs dat was lastig te vinden. Als je hoogopgeleid bent, denken ze dat je snel weer weggaat. Na een half jaar kwamen opeens twee functies op mijn pad: een onderzoeksfunctie bij de politie en een promotieplaats. Ik koos om te promoveren. Zo’n kans krijg je maar één keer!”
Hoe ziet jouw gemiddelde werkdag eruit? “De ene periode geef ik veel college aan crimonologiestudenten en de andere onderzoek ik veel. Over het algemeen neem ik op een werkdag literatuur door, werk ik aan mijn proefschrift en bereid ik colleges voor. Als ik voor mijn onderzoek data verzamel, dan ben ik buiten de deur om politiedossiers te analyseren.”
Welke master deed je? “Ik koos de master Sociale organisaties en criminaliteit. Ik ben vooral geïnteresseerd in de sociale aspecten van criminaliteit. Maar ook in thema’s als georganiseerde criminaliteit en organisatiecriminaliteit.”
Goede keuze geweest? “Ja! Ik kreeg alle ruimte mijn eigen vakken te kiezen. Een zelf ingericht onderzoek naar hoogopgeleide sekswerkers was erg leuk. Mijn scriptie ging over de integrale aanpak van de illegale hennepteelt. Bij het Landelijk Programma Aanpak Hennepteelt bij Politie Noord-Brabant onderzocht ik hoe publiek-private samenwerking in de praktijk gestalte krijgt. Ik nam interviews af en ik liep mee met hennep-ontmantelacties. Mijn kleding rook een keer zó naar wiet dat ik me in de trein terug naar Amsterdam moest verantwoorden tegenover de conducteur. De resultaten zijn in 2009 overigens gepresenteerd op de Cultural Criminology Conference en bij een congres van de Nederlandse Vereniging voor Criminologie (NVC).”
‘Studeren is niet alleen maar braaf je vakken halen’
Je bent goed terechtgekomen. Wat raad je anderen aan? “Bezoek tijdens je studie ook congressen zoals het congres van de NVC. Je kunt ook naar het CIROC seminar, summerschools, maar ook meedoen in studentenconferenties van bijvoorbeeld UNISCA. Studeren is niet alleen maar braaf je vakken halen. Kijk ook verder dan dat alleen. Je kunt ook een minor volgen aan een andere faculteit of universiteit. Denk aan een taal, economie of psychologie. Zonder mijn minor Russisch had ik die stageplek in Moskou nooit gekregen.”
Stagelopen in Moskou? “Ik liep stage bij de Nederlandse ambassade in Moskou en deed onderzoek naar de aard van de Russische georganiseerde misdaad in Rusland zelf, in de EU en in Nederland. Daar zochten ze een stagiair Criminologie die affiniteit had met Rusland en de Russische taal. In de zomer van 2010 zat ik drie maanden in Moskou.
Een hele ervaring zeker? “Ja. Je leert hoe het daar gaat, je leert veel interessante mensen kennen en je komt meer te weten over het land zelf. Elke dag bespreken ze daar het nieuws in de Russische kranten. Op de ambassade deed ik literatuuronderzoek. Ook interviewde ik experts: liaison officers van andere ambassades, journalisten en een forensisch accountant. Maar ook mensen van Interpol, FBI en UNDODC. Bijzonder was mijn bezoek aan de rechtszaak van Chodorkovsky. Ik zat in een zaal met de aanklager en advocaten. Chodorkovsky en Lebedev zaten in een glazen hok met zwaarbewapende beveiligers. Zwaar was ook de extreme hittegolf met bosbranden waardoor je niet lang buiten kon zijn en niet normaal adem kon halen.