Vierde alumnidag Rechtsgeleerdheid
‘Met 140 deelnemers is de opkomst prachtig,’ aldus alumnicoördinator Elske van Assenbergh. Vrijdag 23 januari organiseerde de faculteit Rechtsgeleerdheid voor de vierde keer haar (“uitverkochte”) alumnidag. Kers op de taart was deze maal het afscheidscollege van prof. mr. Jan de Bruin.
De hele middag al waren er bijspijker- en stoomcolleges over de meest uiteenlopende, maar natuurlijk wel rechtsgeleerde onderwerpen. Daar kwamen de overwegend seniore alumni met aandacht en genoegen naar luisteren.
Eigenaardige Wet werk en zekerheid
Prof. mr. Willem Bouwens nam in zijn college ‘Wet werk en zekerheid’ de veranderingen in het arbeidsrecht onder de loep. Al snel werd duidelijk dat daar nog wel wat op af te dingen viel. ‘Het had geholpen als de wetenschap bij het formuleren betrokken was geweest, maar de minister had haast,’ kondigde Bouwens enig onheil aan.
AFBEELDING
Bouwens voorzag nogal wat praktische problemen bij de uitvoer van de nieuwe wetgeving. Volgens de nieuwe regels is een werkgever bijvoorbeeld bij het eind van een tijdelijk contract verplicht een maand voor afloop schriftelijk te laten weten of het contract verlengd wordt. Maar een slimme werkgever kan dat ook bij het aangaan van een tijdelijk contract al laten weten. ‘Dat wordt dus een standaard clausule,’ grinnikte één van de toehoorders. Ook eigenaardig: de sanctie voor een verstrooide werkgever is een extra maandsalaris betalen, ook als je na einde contract wel mag blijven. Je moet voor die sanctie alleen wél naar de kantonrechter. ‘Ja, dat gaat niemand doen natuurlijk,’ concludeerde de zaal in koor. Bouwens, met understatement: ‘Nou ja, je weet dan wel dat je contract niet nóg een keer verlengd zal worden.’
Dodelijke cocktails in de supermarkt
Mr. dr. Klaas Rozemond nam zijn publiek mee op het immer grillige juridische pad van de voortijdige levensbeëindiging. Euthanasie moet zorgvuldig gebeuren, maar de definitie van ‘zorgvuldig’ verschuift.
De Hoge Raad vond in de jaren tachtig nog dat het recht op zelfbeschikking niet het uitgangspunt kon zijn, want een verkozen dood was maatschappelijk onaanvaardbaar. De basis moest ondraaglijk lijden zijn. Rozemond stapte door de jarenlange casuïstiek heen waarin de grenzen van wat ‘ondraaglijk lijden’, ‘ziek’, ‘wilsbekwaam’ en ‘zelfbeschikking’ telkens werden opgezocht en verschoven. Daardoor is de grens tussen wat mag en niet mag, vaag. Bevestigen dat de cocktail die je in huis hebt gehaald inderdaad dodelijk is: mag wel. Middelen verstrekken voor de medicijncocktail: mag niet.
AFBEELDING
De rechtspraak zit er zelf ook mee: Albert Heringa, die zijn pleegmoeder hielp bij de beëindiging van haar leven, werd eind 2013 schuldig bevonden aan hulp bij zelfdoding. Maar kreeg geen straf. De alumni waren er na een korte discussie uit: de regelgeving is nu te ingewikkeld, en je kunt versoepelen door óf het ‘ondraaglijk lijden’ als vereiste uit de regelgeving te schrappen, óf het verstrekken van middelen niet meer strafbaar te stellen. ‘Al moeten we ook niet willen dat je dodelijke cocktails in de Albert Heijn kunt kopen,’ vond iemand. ‘Of de Albert Heringa natuurlijk,’ grapte een ander. En zo bleef zelfs euthanasie een luchtig onderwerp.
Rechtenfaculteit begon met American party. Of Dutch treat?
In de aula nam prof. mr. Jan de Bruin afscheid als hoogleraar politieke en parlementaire geschiedenis. Inzet van zijn rede was de publicatie van het boek Ridders van het Recht. De juridische faculteit van de VU, 1880-2010, dat daags voor de alumnidag van de drukpers kwam.
De scheidend hoogleraar gaf een mooi notendop-overzicht van de vroege geschiedenis van de faculteit. Die heet altijd te beginnen met de oratie van prof. mr. Dammus Fabius in 1880 over het goddelijk karakter van het recht. ‘Maar volgens de regels was er pas sprake van een faculteit als er drie hoogleraren waren. Dat was in 1884, toen het gebouw aan de Keizersgracht werd geopend met wat wij een American party noemen – ieder bracht wat lekkernijen mee,’ verhaalde De Bruin vanachter zijn spreekstoel. ‘Amerikanen noemen dat overigens Dutch treat’.
AFBEELDING
Kenmerkend voor de eerste 25 jaar was trouwens niet het dispuut over de oprichtingsdatum, maar het moeizame karakter van het studeren aan de VU. Dat was immers een particuliere universiteit, en daar behaalde diploma’s hadden geen maatschappelijke waarde. ‘Dat veranderde pas in 1905, waarna de studentenaantallen spectaculair groeiden. Tot die tijd deden studenten alle tentamens dubbel: eerst bij de VU, en daarna bij de UvA. Met promoties ging het net zo: de eerste promoties bij de VU gingen een paar dagen later bij de UvA over.’ Waarna De Bruin fijntjes opmerkte: ‘Samenwerking met de UvA bestond al heel vroeg.’
Druk met vrouwelijke hoogleraren
Na de afscheidsrede van Prof. mr. Jan de Bruin viel emeritus hoogleraar Arend Soeteman de eer te beurt het eerste exemplaar te overhandigen van Ridders van het recht. Decaan Elies van Sliedrecht nam het exemplaar in ontvangst.
AFBEELDING
Het idee voor een geschiedschrijving van de faculteit was al in 1998 ingediend, vertelde Soeteman. ‘Maar de faculteit had het toen druk met het aanstellen van zeven vrouwelijke hoogleraren. Dat was wel nodig ook, want daar liepen we echt in achter.’ In de jaren daarna kwam de ene na de andere geschiedschrijving van VU-faculteiten van de drukpers. Soeteman: ‘En nu is die van de juridische faculteit er ook. Het valt mooi samen met het afscheid van Jan de Bruin.’
Alumni konden het boekwerk tegen een gereduceerd tarief bemachtigen tijdens de borrel.
‘Verrassend? Nee. Wel actueel’
De alumnidag sloot af met een borrel met zowel gasten van het afscheidscollege van De Bruin als alumni. Die keken in meerderheid terug op een geslaagde alumnidag. ‘Leuk om hier weer eens te zijn.’
AFBEELDING
De colleges in de middag waren in de smaak gevallen. ‘Het was zó voorbij,’ verzuchtte Martje Vrooland met een glaasje jus in de hand. Martje de Roos en Christina Mulder voelden zich nogal de benjamin. ‘Het is jammer dat er zoveel senioren zijn. Het is inhoudelijk ook voor jongere alumni echt interessant. Die colleges hebben een hoog niveau, maar zijn toch begrijpelijk. Zelfs als het eigenlijk je vakgebied niet is,’ aldus Mulder.
Karel Willemse (nog niet echt senior, maar wel een tikje ouder dan Mulder) vond de lezingen geslaagd. ‘Echt verrassend is het inhoudelijk niet, maar de onderwerpen zijn wel actueel. En je hoort toch wat achtergrond bij nieuwe regelgeving. Als er volgend jaar weer een alumnidag is, ben ik erbij.’