‘Stress is fantastisch! Stress is levensreddend!’ Met zijn karakteristieke, verende tred beent Erik Scherder heen en weer voorin de collegezaal. In de Week van de werkstress, half november, legt hij het VU-publiek uit dat een rustig, kabbelend bestaan ons brein laat uitdoven.
De Volkskrant had ooit een mooie serie, herinnert hoogleraar klinische neuropsychologie Erik Scherder zich. ‘Je zag een foto van iemand op de dag dat hij met pensioen ging en een foto twee jaar later.’ Hij slaat ontzet zijn hand voor zijn mond. ‘Mán, wat een verschil!’ Die mensen waren in twee jaar flink ouder geworden viel Scherder op, volgens hem veroorzaakt door te veel ontspanning.
Ook als je nog lang niet met pensioen bent, ligt het gevaar op de loer. ‘Als je je werk op de automatische piloot doet en je hersenschors vandaag wel thuis had kunnen laten, is het niet gezond. Je hersencellen zijn verbonden via hubs, die moet je in goede conditie houden. Als je straks oud bent, ben je daardoor vijf tot zes jaar langer beschermd tegen dementie.’
Alertheid heb je nodig…
Scherder vindt daarom dat je op je 55ste nog prima kunt beginnen aan een spannende nieuwe baan, ook al vinden anderen dat je juist wat rustiger aan kunt gaan doen. En komt er een spoedklus voorbij als je net lekker aan het werk bent: wees blij. ‘Denk aan die hubs! Als je niet uitkijkt, nemen ze al na je dertigste af in aantal. Arousal heb je nodig, alertheid. Gebruik die prefrontale cortex, in feite je werkgeheugen. Telkens éven die stress voelen, zodat de noradrenaline uitstraalt over je hele cortex, dat is goed. Dus als er weer wat vervelends aan de hand is in je organisatie, denk dan niet hè, maar hé! Goed voor m’n hubs!’
Als je prefrontale cortex hard aan het werk is, zorgt het brein dat andere gebieden deactiveren. De amygdala bijvoorbeeld: de hersenkern die angst en andere emoties teweegbrengt. ‘Bij chronische stress, op weg naar een burnout, schakelt het brein andere delen in die normaal niet meedoen. Zij werken dan op hoog niveau mee en dat is uitputtend.’
…Maar ook nietsdoen
Om mentaal gezond te blijven, heb je tussen alle hersenactiviteit door voldoende rust en hersteltijd nodig. ‘Er komt tegenwoordig meer op ons af dan vroeger, maar we hebben nog het stressysteem van een vis. Steeds even op je telefoon kijken is belonend, maar de rust is weg, ook na het werk.’ In rust komt het default netwerk van je brein op gang, dan krijg je goede ideeën en stijgt je productiviteit. Scherder propageert daarom naast veel activiteit het nietsdoen, ook op het werk. ‘Ga dagelijks even buiten lopen. En elke medewerker zou van zijn baas de opdracht moeten krijgen wekelijks een uur alleen maar uit het raam te kijken.’
Mensen die de hele dag zitten, zijn ’s avonds doodmoe en komen de bank moeilijk af. Neemt iemand je mee om te gaan gymmen, dan ben je daarna veel fitter. ‘Dan komen de ideeën, en heb je wél energie om al die leuke dingen te doen.’ Scherder, die het belang van bewegen voor de hersenen op de kaart zette, ziet veel mensen bellen in het trappenhuis. ‘Loop dan ondertussen ook die trap op en af!’ Hij vat samen: veel bewegen is essentieel voor je vaatstelsel, flink nadenken voor de netwerken in je brein.
Heb je een overload aan stress?
Scherder geeft vijf slimme middeltjes die de delen in je brein die eronder lijden te laten herstellen. Hoe kun je je brein beïnvloeden, op een heel simpele manier, elke dag (en nacht!) opnieuw?
- Luister muziek – het is de favoriet van je frontale Lob.
- Beweeg – het effect op zowel Frontale Lob als Hippocampus is werkelijk wonderlijk.
- Leer – nieuwe indrukken verwerken ontstresst je brein.
- Slaap – dat doet namelijk het grootste regenererende werk, elke nacht opnieuw. [Slaap genoeg, maar niet te veel, lees dit artikel in VU Magazine over slaapmythes en -feiten.]
- Stop met multitasken! Na even je mail checken kost het je telkens tien minuten om weer in je andere werk te komen. Ideaal: werk een uur aan iets zonder afleiding, en doe dan even iets anders.
> Opvallende uitspraak van Erik Scherder, begin december bij Jinek. Wie op het werk een vervelende collega heeft, moet daar eigenlijk blij mee zijn. ‘Een rottige collega is natuurlijk geweldig!‘