Foto: Peter Valckx

ARCHEOLOGEN PROEVEN WIJN VAN ‘EIGEN BODEM’

RENÉ RECTOR13 June 2016

Archeologie-alumni kwamen 3 juni terug naar de VU voor een trip down memory lane en een blik op de toekomst: een groot project dat amateurverzamelingen veilig moet stellen voor de wetenschap. Bij de borrel proefden ze Amastuola, de wijn die tegenwoordig op hun vroegere veldwerkplek gemaakt wordt.

Het alumninetwerk voor archeologen is jong. Afgelopen najaar was er een kick-off, vrijdag 3 juni een follow up. De bescheiden, maar erg geïnteresseerde groep oud-studenten die er was, werd bijgepraat door hoogleraren Nico Roymans en Jan Paul Crielaard.

Stok- en stokoud

De VU is dit jaar gestart met een ambitieus project om de belangrijkste privécollecties van archeologische vondsten in Nederland te catalogiseren. Er kwam een subsidie van bijna twee miljoen NWO voor binnen. “Dan mag je wel opschieten”, vond een van de alumni. De meeste amateurs zijn stok- en stokoud.” Met die opmerking kreeg hij de lachers wel op zijn hand, maar Roymans bevestigde dat haast geboden was: “Hun collecties zijn vaak niet of nauwelijks gedocumenteerd. Komen ze te overlijden, dan wordt hun collectie eigenlijk waardeloos, omdat je aan al die voorwerpen geen vindplaats meer kunt koppelen. Als je die voorwerpen wilt behouden, moet je die inventaris nu maken. Nu kun je ze het nog vragen.”

Nederland kent sinds de intrede van de metaaldetector in de jaren tachtig van de vorige eeuw veel amateur-speurders die de akkers in de buurt afspeuren naar voorwerpen van vroeger. Met succes. Roymans schatte dat 2700 verzamelingen, gezamenlijk goed voor meer dan 200.000 voorwerpen, absoluut de moeite van het catalogiseren waard zijn. “Nederland ligt bezaaid met voorwerpen. Op elke akker kun je wel wat vinden. Dat maakt archeologie populair, maar het is zonde als die voorwerpen in een privécollectie belanden en dan ontoegankelijk worden voor wetenschappelijk onderzoek.”

Portable Antiquities of the Netherlands (PAN), zoals het netwerk is genoemd, krijgt een website waar iedereen de amateur-opgravingen kan bewonderen en waarop alle oudheidkundige bodemschatten grondig beschreven moeten gaan worden. Het ultieme doel van PAN is om een enorme database aan te leggen, zowel van Nederlandse vondsten als van vondsten in de landen om ons heen, die onderzoekers de kans geeft snel zicht te krijgen op de verspreiding van voorwerpen.

Bruusk verdrongen

Jan Paul Crielaard verzorgde voor veel aanwezigen een trip down memory lane: een hele generatie studenten leerde veldwerk doen in l’Amastuola. De heuvel in de hak van de Italiaanse laars, op iets meer dan een steenworp afstand van de Apulische hoofdstad Tarente, werd in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw onderzocht door een Italiaanse archeologe. Die concludeerde dat l’Amastuola het bewijs was voor een invasieve kolonisatie van dit deel van Italië in de vijfde eeuw. Uit haar opgravingen bleek dat de inheemse bewoners bruusk verdrongen waren door nieuwe bewoners met een heel andere – Griekse – bouwstijl.

De VU-archeologen legden vanaf 2002 in tien jaar een veel groter deel van de heuvel bloot, zoals te zien was op vrijwel iedere plaat van de PowerPoint. Menigeen herkende zichzelf op de foto’s, of anders wel medestudenten. “Ons onderzoek laat een heel ander beeld zien,” becommentarieerde Crielaard. “We legden bijvoorbeeld een dubbele fortificatiemuur bloot die dateert van rond 670 voor Christus. Maar die was in de oorspronkelijke bouwstijl.” Crielaard vond het veel aannemelijker dat toen de Grieken voet aan land zetten in Apulië, de twee bevolkingsgroepen decennialang naast elkaar leefden. “Pas rond de vijfde eeuw voor Christus zien we dat de Grieken het helemaal overnemen. Dat was een roerige tijd”, aldus Crielaard.

Hoe kwamen ze aan die wijn?

Daphne Lentjes, onlangs gepromoveerd als archeobotanicus, ging als opmaat naar de borrel kort in op een heel alledaagse vraag: dronken ze in l’Amastuola toen al wijn? “Dat is zo. We hebben meerdere voorwerpen opgegraven die we kunnen relateren aan wijnconsumptie”, vertelde Lentjes. “Maar de vraag is wel hoe ze aan die wijn kwamen. We hebben namelijk niets kunnen vinden dat duidt op wijnproductie.”

Bij wijnproductie zou je verwachten dat er ergens een geconserveerd afvalbergje met druivenpitten, of restanten van perswerktuigen zou zijn gevonden. Die overblijfselen zijn wel opgegraven, maar altijd uit latere periode en in de buurt van – of in – Griekse kolonies. In l’Amastuola vond Lentjes precies twee druivenpitten. De conclusie ligt voor de hand: wijn was iets voor speciale gelegenheden en werd in grote vaten uit Griekenland overgevaren.

Hoe anders l’Amastuola nu was, was voor de meeste alumni moeilijk voor te stellen. De flanken van de heuvel, tijdens de opgravingen en de surveys nog bezaaid met oude olijfbomen, zien er volgens Crielaard en Lentjes nu heel anders uit: de olijfbomen zijn uitgegraven en flankeren nu de oprijlaan naar de wijnboerderij bovenop de heuvel. De omgeving van hun voormalige veldwerkplek is nu bezaaid met wijnranken.

Amastuola in de avondzon

Voor de gelegenheid hadden de archeologen een aardige voorraad flessen laten overkomen. Vanwege het goede weer was de borrel, aanvankelijk op de zesde verdieping gepland, verplaatst naar het dakterras boven de bestuursvleugel. De alumni volgden in ganzenpas de wijn, via de begane grond en een grindtegeltrapje, tot de flessen Amastuola in de avondzon ontkurkt werd.

De hak van de laars bleek een friszoete, erg fruitige rode wijn voort te brengen, die het uitstekend deed bij het ophalen van herinneringen, praten over metaaldetectors of de vraag waarom archeologen, bekwaam in het vinden van oude schatten, hun eigen alumni lange tijd uit het oog verloren waren. “We willen contact met onze alumni. Maar met een adressenbestand vol niet meer bestaande worldonline- en Wanadoo-e-mailadressen is dat best lastig. Vind die mensen maar eens terug. Het moet echt groeien”, aldus universitair docent Sjoerd Kluiving en onderzoeker Maurice de Kleijn, organisatoren van deze alumni-bijeenkomst.

> Oud-studenten archeologie en oudheid kunnen zich aanmelden bij het alumninetwerk Archeologie via alumni.archeologie.vu@gmail.com.