Foto: GreatGraphic

Wat jij kunt doen tegen discriminatie

Rianne Lindhout14 September 2017

Met kleine en grote daden houden wij elke dag de segregatie in de hand, zei diversiteitsonderzoeker Maurice Crul in de documentaire Wit is ook een kleur. Aanleiding om hem en zijn collega Sinan Çankaya te vragen met welke kleine en grote daden we de segregatie dan ook weer kunnen tegengaan. En wij, dat zijn: mensen van alle kleuren en achtergronden. ‘Humor is heel belangrijk.’

Ooit ving ik ergens op dat we in de trein allemaal het liefst gaan zitten bij iemand die op ons lijkt. Sindsdien ga ik expres zitten bij mensen met een heel andere leeftijd of kleur dan ikzelf. Ik probeer even oogcontact te maken en subtiel te groeten en ga dan de krant lezen. Witte ouders die hun kind op een zwarte school doen, worden gezien als moedig. Schoolkeuze is soms een groot dilemma. Maar waar je gaat zitten in de trein maakt toch niet uit? Misschien denken sommige lezers nu: wat?! Je beschrijft ons alsof we een andere diersoort zijn.

Het is maar een klein voorbeeld. Ik vroeg cultureel antropoloog Sinan Çankaya en socioloog Maurice Crul om met mij mee te denken. Crul is hoogleraar diversiteit en onderwijs. Onlangs kreeg hij een grote Europese subsidie om te gaan onderzoeken wat het betekent wanneer je als autochtoon een minderheid bent geworden in je wijk of stad. Persoonlijk vindt hij het belangrijk om verschillen te relativeren. ‘Vaak wordt over het onderwerp diversiteit gezegd dat het leidt tot verkramping in de samenleving. Humor is daarom volgens mij erg belangrijk. Ik zelf speel altijd graag met de beelden die mensen Turkse, Surinaamse of Marokkaanse afkomst van ‘witte’ Nederlanders hebben.’

Ongestoord een fiets jatten

Universitair docent Sinan Çankaya deed een groot onderzoek naar daderprofilering bij de politie. Dat gebeurt veelvuldig, maar we hebben er niets aan en het is zelfs contraproductief. ‘Oplettende burgers’ doen ook aan daderprofilering: als een donkere jongen aan een fiets morrelt, bellen mensen de politie. Doet een witte jongen hetzelfde, dan gaan mensen ervan uit dat hij zijn sleuteltje verloren is. Kan allebei ten onrechte zijn. Vervelend bijeffect van daderprofilering is dat hele bevolkingsgroepen zich minderwaardig voelen door de wantrouwige bejegening.

Çankaya maakte zelf mee dat zijn objectiviteit in twijfel werd getrokken toen hij zijn onderzoeksresultaten presenteerde. ‘Maar je bent zelf Turks, dus hoe objectief zijn je bevindingen?’ werd hem gevraagd. Maar waarom zou een Nederlander objectiever zijn? Discriminatie ligt altijd op de loer, ook in de wetenschappelijke wereld. En op de arbeidsmarkt in brede zin kun je nog beter een strafblad hebben dan een niet-westerse achtergrond. Dat is toch waanzin.

Op de werkvloer

Toch zien de wetenschappers ook positieve ontwikkelingen. Bij de politie, waar Çankaya advieswerk doet, beseffen ze steeds meer dat agenten uit andere culturen meerwaarde hebben. Sinds kort is het ook oké als ze op straat hun moedertaal spreken met hun contactpersonen in wijken. Voorheen werd dat gewantrouwd. Crul: ‘En commerciële bedrijven snappen het ook, dat ze nieuwe markten kunnen aanboren met werknemers die thuis zijn in andere culturen.’

Uit CBS-onderzoek bleek dat Nederlanders geen discriminatie willen. Maar minderheden zouden te snel de discriminatiekaart trekken. Wat kunnen we doen? Crul: ‘Het gaat in eerste instantie om het creëren van een gelijker speelveld. Met een vroegere start van het onderwijs en een latere keuze van het schoolniveau maak je de kansen van kinderen ondanks hun achtergrond gelijker.’

Maar wat kunnen jij en ik zelf doen, in het dagelijks leven?

Ontwikkel je sensitiviteit

‘Het begint er allemaal mee dat je zelf de sensitiviteit ontwikkelt dat je achtergrond bepaalt hoe je de dingen ziet’, zegt Crul. ‘En dus dat het anders kan zijn bij andere mensen. Dat betekent niet dat mensen met een andere etnische achtergrond altijd de dingen anders zien. Dat is de grote valkuil, dat je mensen bij voorbaat gaat inschatten op basis van hun etnische or religieuze achtergrond. Het gaat om sensitiviteit, om het idee dat de wereld zoals jij die ziet wellicht niet is hoe anderen die zien. Dat klinkt ingewikkeld, maar het gaat eenvoudigweg om het open staan voor een andere manier van dingen ervaren en een andere manier van doen.’

Crul geeft een voorbeeld. ‘Vorig jaar is mijn moeder overleden. Mijn goede vrienden belden mij allemaal, ongeacht hun etnische achtergrond, en we hadden het dan over mijn moeder en de relatie die ik met haar had en wat zij voor mij heeft betekend. Maar wat mij opviel, is dat de reacties van de mensen die wat verder van mij afstonden wel verschilden. Van de kenissen met een Nederlandse achtergrond kreeg ik meestal een mail, soms een korte, en soms een wat langere. Kenissen met een Turkse of Marokkaanse achtergrond belden mij vaker op of boden aan om eten te brengen. Ik heb het alle twee gewaardeerd en ik was er me meteen van bewust dat ik omgekeerd aan sommige van die Turkse of Marokkaanse kenissen bij een sterfgeval in hun familie zelf ook een mailtje had gestuurd. Ik dacht wel: de volgende keer zal ik hem of haar ook bellen.’

Kinderen kijken naar hun ouders

Kijk ook eens naar de opvoeding van je kinderen, als je die hebt. Crul schetst: ‘Mijn twee kinderen zijn opgevoed in een gezin waar altijd mensen op bezoek komen van heel verschillende achtergronden en vanuit de hele wereld. Recent bijvoorbeeld veel mensen uit Syrië. Dat komt deels door onze kenissenkring en deels door het werk dat wij alletwee doen. Kinderen kijken natuurlijk gewoon naar hun ouders en zien hoe zij met mensen omgaan. Je ziet dat zij, mede daardoor, zelf ook een heel diverse vriendengroep hebben. Zij zijn zich enerzijds bewust van de verschillen, maar het is tegelijk ook een deel van wat voor hen normaal is. De stad waarin zij zijn opgegroeid is voor hen altijd divers geweest. Dat is heel anders dan voor mensen van mijn eigen generatie.’

Meet your mentor

> Heb jij concrete voorbeelden en adviezen om te voorkomen dat je discrimineert of gediscrimineerd wordt? Meegemaakt hoe het niet of juist wel moet? Expertise vanuit je werk? Reageer onderaan.
> Iets concreets dat je mogelijk kunt doen: coach een student met een multiculturele achtergond via Meet Your Mentor

Trots

Mijn moeder is huisvrouw. Mijn vader is dekbeddenmaker. Mijn vader heeft een licht gebogen rug, mijn moeder een hernia. Als ze wandelt, dan moet ze veel rusten. Ze hebben allebei de lagere school niet afgemaakt. Mijn opa kwam eerst, ging terug, bracht mijn vader, die ging terug en die bracht mijn moeder. Daarna kwamen wij. Een klassiek verhaal van arbeidsmigranten.

Wij moesten vooral ons best doen, in een land dat hun trots, en uiteindelijk hun dromen ontnam. De beloofde bergen bleven uit. De kinderen moesten nu de ouders trots maken.

Dat is niet zo eenvoudig. In de Amerikaanse televisieserie Master of None, gemaakt door Aziz Ansari en Alan Yang, doet zich het volgende gesprek voor tussen Dev, een Indiase-Amerikaan, en Brian, een Taiwanese-Amerikaan.

“Mijn vader heeft nog nooit het woord trots in de mond genomen”, zegt Brian. “Het gaat altijd van: is dat alles, is dat alles wat je hebt gedaan? Als ik naar de maan zou gaan, dan zou hij serieus zeggen: wanneer ga je naar Mars?”

Lees in Advalvas de hele column en de andere columns van Sinan Çankaya.