Foto: Peter Strelitski

‘WE WILDEN ALLEBEI GÉÉN KLUSHUIS’

Rianne Lindhout14 September 2017

Stef Hordijk (1980) stond eind 2001 in Advalvas met zijn studentenkamer in hotel Casa 400. Hoe woont de toenmalige economiestudent 16 jaar later? Hij woont nu in Huizen, waar hij lang hoopt te blijven. ‘Ik werk bij een Amerikaans bedrijf, dus je weet het nooit.’

‘Tuurlijk heb ik opgeruimd voor de fotograaf. Normaal ligt overal speelgoed. Ik had alleen gedacht dat hij vanaf de andere kant zou fotograferen. Zodat de keuken met het barretje erop zou staan. Maar hij vond al het groen door de ramen mooier. “Iedereen heeft een keuken”, zei hij.

Stef Hordijk 1

 

Stef Hordijk 2

‘We wonen aan een plantsoen. Een vrijstaand huis was mijn droom, dat is gelukt. Toen we dit huis voor het eerst hadden bezichtigd, was ik op slag verliefd op het barretje in de kelder. In de auto naar huis zette ik gelijk Adre Hazes op, zo’n sfeer. We hebben flink verbouwd. Hier en daar wat muurtjes weggehaald en verplaatst, dakkapellen, alle cv, nieuwe haard, vloeren, ramen, de trappen, keuken, enzovoort. We hebben van twee kleine badkamers één grote gemaakt, heel ruimtelijk met een enorme nok. Het mooiste vind ik dat als je staat te douchen, je over het plantsoen uitkijkt en al het groen ziet.

Het lelijkst? Op de foto zie je nog het oranje zonnescherm dat daar al 45 jaar hangt. En zo hebben we nog van alles op ons to-do lijstje, zoals de kelder, indeling van de zithoek, die al tig keer is veranderd, en de voormalige praktijkruimte van de tandarts waar we een guesthouse van gaan maken, of misschien toch bij de woonkamer trekken…

Donker en hokkerig

‘We hebben allebei gelukkig redelijk dezelfde smaak, dus weinig onenigheid over de inrichting. We hadden allebei bovenaan ons lijstje staan dat we géén klushuis wilden. Daar hadden we geen tijd voor, vonden we. Toch kozen we voor dit huis, ook al was het donker en hokkerig, helemaal jaren-70-stijl. We konder er gelukkig doorheen kijken. En ook onze relatie heeft de verbouwings-stress doorstaan.

‘Ons poppenhuis lijkt inderdaad sterk op dat van een van mijn voorgangers in deze rubriek. We hebben het op straat gevonden: het kinderdagverblijf had het aan de straat gezet, mijn zoontje vond het mooi en we mochten het meenemen. Mijn schoonmoeder heeft het opgeknapt.

‘Ik ben best vaak verhuisd. Ik heb na mijn studie eerst vier maanden gereisd in Mexico en Guatemala, daarna in Maastricht gewoond toen ik bij DSM werkte, weer in Amsterdam, in Huizen eerst een woning gehuurd en uiteindelijk hopen we in dit huis te blijven. Met al het gereis voor m’n werk, hoef ik nier zo nodig in het buitenland te wonen. Maar ik werk bij een Amerikaans bedrijf, dus je weet het nooit.

Mijn studentenkamer in Casa400 was vooral een plek om te slapen, maar ik heb er wel goede herinneringen aan. De feesten in de Casa Kroeg, en met ‘t hele zaalvoetbalteam gourmetten op oudjaarsavond in mijn kamertje van 20 vierkante meter… Nu ik eraan terugdenk komt er steeds meer boven!’

Stef werkt als general salesmanger bij Teknor Apex, een bedrijf dat een duurzaam, veilig en lichtgewicht alternatief voor rubber produceert. ‘Het wordt gebruikt in bijvoorbeeld auto’s, infuusslangetjes , speelgoedwieltjes en wijnkurken.’