Rechtenalumna Mounia Benabdallah (37) groeide op in Amsterdam-West en is nu partner bij Baker McKenzie in New York. „Opgroeien in twee culturen, het spreken van twee of meer talen – het brengt een bepaalde cultuursensitiviteit met zich mee die je in een internationale praktijk goed kunt gebruiken.”
Wat doe je precies bij Baker McKenzie?
„Mijn vakgebied is internationaal fiscaal recht en ik promoot als het ware de BV Nederland. In de praktijk komt het erop neer dat grote buitenlandse bedrijven veelal willen beginnen of uitbreiden in Europa, met Nederland als Europees hoofdkantoor. Als advocaat sta ik hen hierin bij. Nederland is een goede kandidaat. Lang niet alleen vanwege de fiscaliteit, maar ook om het kennisniveau, de open economie en de infrastructuur."
„Wij zijn als klein landje afhankelijk van buitenlandse bedrijven die in Nederland banen creëren. Het voelt goed dat ik ergens bijdraag aan de economie. Dat ik bijvoorbeeld weet dat er over vijf jaar vijftig mensen zijn die een baan hebben bij een specifiek bedrijf dat nu nog niet in Nederland actief is."
„Mensen zeiden van jongs af aan altijd tegen me: je moet advocaat worden."
Hoe is je keuze voor de studie rechten tot stand gekomen?
„Mensen zeiden van jongs af aan altijd tegen me: je moet advocaat worden. Ik hield ervan anderen te helpen met juridisch geregel zoals bezwaarschriften indienen. Rechten leek me wel wat. Tijdens de studie vond ik het soms lastig dat rechten een vergaarbak was voor sommige studenten die niet wisten wat ze met hun leven aan wilden. Ik had wel een bewuste keuze gemaakt."
„De master fiscaal recht die erop volgde, was een niche waar ik voor koos. Tijdens de bachelor had ik de cijfertjes gemist en ook het kleinschalige karakter van deze master trok me aan. Het jaar bestond uit een klein klasje met gemotiveerde studenten. Er zaten een paar oudere studenten bij waaronder een aantal die al jaren bij de Belastingdienst werkte. Ik zat er als broekie tussen. Ik besloot mijn voor mijn gevoel praktische achterstand ten opzichte van mijn medestudenten in te halen tijdens mijn eerste studentenbaan bij Ernst & Young."
„Dat gebrek aan diversiteit heeft niet per se te maken met het niet willen accepteren van anderen. Mensen voelen zich nu eenmaal comfortabeler als ze zich in de ander herkennen."
Daarna kwam je als 22-jarige terecht bij Baker McKenzie. Voelde je je daar direct thuis?
„Als je begint is de omgeving natuurlijk nieuw, zeker voor mij, maar dat maakte me niet veel uit. Ik ging helemaal op in de inhoud en het vaktechnische. Natuurlijk was de Zuidas nou niet het meest multiculturele bolwerk van Amsterdam, zeker in die tijd. Dat gebrek aan diversiteit heeft echter niet per se te maken met het niet willen accepteren van anderen. Mensen voelen zich nu eenmaal comfortabeler als ze zich in de ander herkennen. Wanneer je uit dezelfde buurt komt, aan dezelfde universiteit hebt gestudeerd of bij dezelfde studentenorganisatie hebt gezeten – is het makkelijker outreachen."
Merk je op dit gebied verschillen tussen Amsterdam en New York?
„New York is natuurlijk veel groter. Je vindt er bijna geen homogene groep. Vanuit alle kanten van de wereld komen mensen hier om te werken. Er bestaat nog steeds wel een soort klassenverschil. Het verschil tussen “upper class” en “lower class” is groot. Het is een dure stad en niet iedereen kan het zich permitteren om hier op dezelfde manier te wonen."
„Verloochen niet wie je bent of waar je vandaan komt, maar gebruik het als kracht."
Hoe zet jij jouw ervaringen in om anderen te helpen?
„Regelmatig ontvang ik uitnodigingen om te spreken voor een groep studenten, of krijg ik een mail van iemand uit mijn netwerk. Mijn boodschap is vrijwel altijd hetzelfde: probeer op tijd uit te zoeken wat je wilt. Als je gaat wachten tot anderen tegen je zeggen waar je goed in bent, gaat het niet gebeuren.
„Tegen jongeren met een multiculturele achtergrond zeg ik daarnaast ook: wees trots. Verloochen niet wie je bent of waar je vandaan komt, maar gebruik het als kracht. In een internationale werkomgeving kun je een multiculturele achtergrond heel goed inzetten. Opgroeien in twee culturen, het spreken van twee of meer talen – het brengt een bepaalde cultuursensitiviteit met zich mee die je in een internationale praktijk goed kunt gebruiken.
„Hoogzwanger van mijn tweede kind legde ik het partnertraject af. Niet de ideale omstandigheden. Ik dacht alleen maar: let’s just try."
„Doe jezelf niet tekort en werk aan je verhaal. Of het nu om vrouw zijn gaat, of multicultureel – het is vaak maar net hoe je iets brengt. Neem de term expat dat heel fancy klinkt ten opzichte van de term allochtoon. Wat is het verschil? Vaak waren die ouders aanvankelijk ook een soort expats. Dat ze niet uit het rijkste land kwamen doet daar niets aan af. De ambitie is hetzelfde. Dan heb ik nog niet eens over vluchtelingen, die zijn vaak nog meer bereid om er iets van te maken in hun nieuwe thuisland.
Op je 31e werd je partner bij Baker McKenzie: één van de jongste vrouwen in die functie. Past dat ook in de rode draad van jezelf willen bewijzen?
„Ik denk het wel. Hoogzwanger van mijn tweede kind legde ik het partnertraject af. Niet de ideale omstandigheden. Ik dacht alleen maar: let’s just try. Die instelling heeft me altijd geholpen. Ik vind het zonde als je een beslissing bij voorbaat al gaat nemen over een mogelijk negatieve uitkomst. De uitkomst kan toch ook positief zijn? En mocht het toch negatief uitvallen, dan ben ik er ook oké mee, dan probeer ik het volgende keer gewoon nog eens."